Doel
In deze studie onderzoeken we hoe geestelijke verzorging beter geïntegreerd kan raken in zorg rondom de thuissituatie, om de kwaliteit van zorg te verbeteren. Om dit te ontdekken, onderzoeken we de praktijken van alle geestelijk verzorgers in de eerstelijnszorg en het sociaal domein in Nederland, met speciale aandacht voor de palliatieve zorg. De succesfactoren die we daar vinden gebruiken we om een instrument te ontwikkelen waarmee geestelijk verzorgers samen met andere zorgverleners hun organisatie nu en in de toekomst kunnen ontwikkelen.
Achtergrond
Aandacht voor zingeving en levensvragen (zogenaamde spirituele zorg) vormt een belangrijk onderdeel van de eerstelijnszorg en het sociaal domein, maar hulpverleners in deze domeinen vinden het moeilijk om spirituele behoeften te herkennen. Ook hebben ze vaak te weinig tijd, geld en/of zelfverzekerdheid om spirituele zorg te verlenen. Geestelijk verzorgers zijn specialist in spirituele zorg. Geestelijke verzorging in de eerstelijnszorg en het sociaal domein is echter nog sterk in ontwikkeling.
Dit onderzoek maakt deel uit van het project PLOEG (Palliatief Landelijk Onderzoek Eerstelijns Geestelijke verzorging), onder de titel "Spirituele zorg dichtbij huis".
Dataverzameling vanuit het perspectief van de geestelijk verzorgers vindt plaats op basis van documentatie onderzoek van jaarverslagen, websites en andere niet-vertrouwelijke documentatie over de praktijk van de geestelijk verzorger, en een interview met de praktijkhouder. De dataverzameling betreft informatie over de zorgvragen/indicaties, competenties van de geestelijk verzorger, de aangeboden diensten en bereikte effecten, de context van de praktijk, de zakelijke organisatie van de praktijk, en de door de praktijkhouder ervaren faciliterende en belemmerende factoren.
Dataverzameling vanuit het patiëntenperspectief vindt plaats met een enquête die gebaseerd is op CQI vragenlijsten. Deze bevragen o.a. de zorgvragen van de cliënt, de ervaren competenties van de geestelijk verzorger, de aangeboden diensten en bereikte effecten, de context van de praktijk, de ervaringen met communicatie door/met de praktijk en de tevredenheid van de cliënt met de geestelijk verzorger.
Dataverzameling vanuit het perspectief van samenwerkingspartners (e.g. financiers, andere zorgverleners, etc.) vindt plaats met behulp van focusgroepen of ‘ophaalsessies’. Deze gaan over de ervaringen van de samenwerkingspartners met de geestelijk verzorger en hun perceptie op succes- en faalfactoren voor goede samenwerking.