De archeologische verwachting in deellocaties 1, 2 en westelijk deel van deellocatie 3 is voor de peri-odes Paleolithicum tot en met het Neolithicum en de Middeleeuwen en Nieuwe tijd hoog. Tijdens de Bronstijd - Romeinse tijd was het gebied te nat om er te kunnen wonen. Vanaf de (Late) Middeleeu-wen hebben veel activiteiten plaatsgevonden die met de turfwinning te maken hadden en vervolgens het agrarisch gebruik van de deellocaties. De archeologische verwachting voor het westelijk deel van deellocatie 3 en deellocaties 4 en 5 is voor bijna alle perioden laag. Langs de deellocaties loopt de Kibbelvaart, een gegraven turfvaart uit waarschijnlijk de Nieuwe tijd. Aangezien dit gezien wordt als archeologisch object is voor alle vijf de deellocaties vervolgonderzoek noodzakelijk.Uit de resultaten van het inventariserend veldonderzoek (IVO, verkennende fase) blijkt dat de bodem in deellocaties 1, 2 en deellocatie 3 verstoord is tot minimaal 70 cm onder het maaiveld. De verstorin-gen reiken tot ver in de C-horizont en worden toegeschreven aan subrecente agrarische activiteiten, mogelijk om de afvoer van hemelwater te verbeteren. In deellocatie 4 zat onder een dikke bouwvoor een intact veenpakket van 40 tot 60 centimeter op zand. In het zuidelijke deel van deellocatie 5 was de bodem diepgaand verstoord tot onder het veenpakket tot in het dekzand. Hoe sterk het dekzand is verstoord was moeilijk vast te stellen door de natte bodem. Het centrale en noordelijke deel van deel-locatie 5 vertoonden een deels intacte bodemopbouw met een intact veenpakket op onverstoorde dekzandafzettingen. Het veenpakket had hier plaatselijk een grote dikte.Naar aanleiding van de verstoorde bodemopbouw van in deellocaties 1, 2 en 3 wordt de verwachting voor deze delen van het plangebied bijgesteld naar laag. In het bureauonderzoek zijn aan deelloca-ties 4 en 5 grotendeels een lage verwachting gegeven, alleen vanwege de aanwezigheid van de Kib-belvaart hebben deze gebieden een hoge verwachting. De aanwezigheid van dikke veenpakketten in de deellocaties, plaatselijk verstoord, geeft aan dat deze deellocaties zeer laag gelegen waren wat de lage verwachting uit het bureauonderzoek onderschrijft. De Kibbelvaart ligt aan de oostzijde van de deellocaties en er zijn geen aanwijzingen dat buiten de huidige grenzen van die vaart binnen de deellocaties aan deze vaart gerelateerde archeologische fenomenen te verwachten zijn; mede gezien het gegeven dat het veen niet ontgonnen is.Op grond van het bureauonderzoek en booronderzoek adviseert Econsultancy om het gehele plan-gebied vrij te geven voor wat betreft archeologie. De kans dat in het plangebied behoudens waardige archeologische resten te verwachten zijn wordt klein geacht.Bovenstaand betreft een advies, opgesteld door Econsultancy. Het advies dient ter goedkeuring voorgelegd te worden aan de bevoegd gezag (gemeenten Halderberge en Etten-Leur) en de provincie Noord-Brabant. Na beoordeling wordt door het bevoegd gezag een besluit genomen.Dit onderzoek betreft een steekproef. Het valt niet uit te sluiten dat in de deellocaties archeologische waarden aanwezig zijn. Mochten tijdens de graafwerkzaamheden toch archeologische waarden worden aangetroffen, dan dient hiervan melding te worden gemaakt conform artikel 53 van de Monumentenwet 1988.
