In het najaar van 1997 werden op een terrein in de VINEX-locatie Wateringse Veld vier Romeinse mijlpalen aangetroffen en de sporen van een Romeinse weg. Hoewel niet alle palen even goed geconserveerd waren is de informatie die er op bewaard is gebleven zo waardevol gebleken dat daaruit veel nieuws kan worden gedestilleerd aangaande de Haagse regio in de Romeinse tijd.De palen zijn van vier verschillende keizers afkomstig en beslaan een periode van bij elkaar net geen honderd jaar. Het Westland heeft met deze vondst zijn unieke positie nog maar weer eens bevestigd: de andere, eerder gevonden mijlpalen, twee in getal, zijn namelijk ook uit deze streek afkomstig.De vroegste paal is gewijd aan Antoninus Pius en dateert uit 151 na Chr. De tekst van deze paal is bijna volledig bewaard gebleven. Omdat hij ook naar het bestuurscentrum van de regio verwijst en de naam (MAC) daarvan vermeldt, kunnen we deze als de belangrijkste van het stel beschouwen. Waarschijnlijk werd deze eerste paal geplaatst ter gelegenheid van de aanleg van de aangetroffen weg. Antoninus Pius staat er om bekend steden geholpen te hebben met het aanleggen van publieke werken en gebouwen. Het is waarschijnlijk ook de reden dat deze keizer verreweg het meest figureert op mijlpalen in noordwest Europa.De tweede paal heeft keizer Caracalla laten plaatsen. Hoogstwaarschijnlijk is dat in 212 of 213 na Chr. gebeurd. De paal is ernstig beschadigd, waardoor de onderste helft van de tekst voor delen onleesbaar is geworden. Ook de naam van de stad is op deze paal niet bewaard gebleven. De mijlpaal van Caracalla kan zijn geplaatst vanwege herstelwerkzaamheden, al zijn daar in de opgegraven gedeeltes geen aanwijzingen voor gevonden.De derde paal is aan keizer Gordianus III gewijd en heeft een datering van 242-244 na Chr. Deze is het slechts van alle bewaard gebleven; ook van de tekst is niet zo veel meer over. Veel informatie was er daarom niet uit te halen; we weten ook niet waarom deze zuil destijds geplaatst is.De laatste paal, door de plaatselijke bevolking aan keizer Decius gewijd, is geplaatst in 250 na Chr. Van deze paal is de tekst weer heel goed bewaard gebleven. De stad wordt wel genoemd, maar helaas niet bij naam. Mogelijk refereert de paal niet zozeer aan werk aan de weg, als wel aan de wens van de bevolking eer te betonen aan een nieuwe keizer die zoiets blijkens de bronnen uiterst belangrijk vond. Hoe dan ook, het feit dat in 250 na Chr. nog dit soort activiteiten plaatsvonden, geeft in elk geval aan dat de regio en de centrale stad nog bevolkt waren en deze weg nog steeds functioneerde.De weg waarlangs de palen waren geplaatst liep in de richting van het bestuurscentrum in de buurt, blijkens de paal van Antoninus Pius MAC geheten. Deze zelfde afkorting kennen we van een andere paal die enkele eeuwen geleden in het Westland is aangetroffen. Het is een afkorting die hoogstwaarschijnlijk staat voor Municipium Aelium Cananefat(i)um. Omdat alle steden in Europa die Aelius in hun naam voeren tot municipium of colonia zijn bevorderd door keizer Hadrianus, is het voor de hand liggend deze keizer te beschouwen als degene die dat ook bij Voorburg gedaan heeft. Hadrianus is aan het begin van de jaren twintig van de 2de eeuw na Chr. op bezoek geweest in onze streken. Ter gelegenheid daarvan werd blijkbaar de nederzetting bij het hedendaagse Voorburg, dat al vanaf het derde kwart van de 1ste eeuw na Chr. had bestaan, tot Municipium, een stad met stadsrecht, verheven.MAC was de officiële naam van de stad, maar het lijkt er op dat Forum Hadriani, de naam waaronder de stad bij ons bekend geworden is, een onofficiële naam was die tegelijkertijd gebruikt werd. Er zijn dan ook geen officiële inscripties bekend die deze naam expliciet vermelden. Vroeger werd gedacht dat Forum Hadriani de naam was van de stad voor hij tot municipium werd bevorderd. Dat is dus niet waar gebleken.De gevonden Romeinse weg moet belangrijk zijn geweest. Het plaatsen van vier mijlpalen kan er allicht op wijzen, dat het bestuur van de stad er veel aan gelegen was de toevoerwegen in goede staat te houden. Hoe ze dat overigens hebben gedaan blijft een raadsel. De weg is over 750 meter teruggevonden als een kaarsrechte lijn en is dus duidelijk aangelegd, waarbij in de lager gelegen gedeelten van het tracé er zelfs sprake van een ophoging was. Er is echter geen spoor van verharding of onderhoud aangetroffen, terwijl er ook geen duidelijke gebruikssporen zijn ontdekt.Toekomstig onderzoek zal zich op deze vragen moeten richten.De weg blijkt intussen tegen de verwachting in aangelegd te zijn op de noordelijke oeverwal van de restgeul van de Gantel. Tot nu toe werd er van uit gegaan dat hij op de zuidelijke oeverwal van de Gantel was gesitueerd. Die geul was van oorsprong maar 25 meter breed. Waarschijnlijk is dit ook de plaats waar het kanaal van Corbulo moet worden gezocht. De geul zal hier zijn gekanaliseerd om bevaring door schepen mogelijk te maken. Er is een goede kans dat hij in de periode waarin de weg functioneerde nog watervoerend was. De weg werd in elk geval precies parallel aan het kanaal aangelegd.De weg liep dus naar het municipium toe. De mijlpaal van Rijswijk heeft iets verderop langs deze weg gestaan. Daarmee is de oude positionering die destijds door Bogaers is voorgesteld, de Van Vredenburchweg, vervallen. Ook naar de andere kant, naar de Maasmond toe, bleef de weg een kaarsrecht verloop houden.Net voorbij Naaldwijk zal de weg naar het zuidoosten zijn afgebogen om verder te gaan langs de oever van het Helinium. In de buurt van die bocht, op de Hoogwerf in Naaldwijk, heeft een belangrijke nederzetting gelegen. Waarschijnlijk vervulde die een rol in de beveiliging van de route. Militaire voorwerpen geven namelijk aan dat daar ook soldaten in de buurt moeten zijn geweest. De plaatselijke bevolking was gewoon zijn doden te cremeren en de resten daarvan in kuiltjes of grafheuvels bij te zetten langs de weg. Van beide soorten zijn op verschillende plaatsen voorbeelden aangetroffen.Er zijn tekenen die er op wijzen dat er nog meer wegen in onze streken zijn aangelegd. Een op dezelfde manier uitgevoerde weg is in de buurt van Poeldijk aangetroffen met grafstructuren daar vlak langs. Het kan zijn dat de mijlpaal van Monster ooit langs deze weg gestaan heeft; deze is dan misschien iets later aangelegd dan die uit het Wateringse Veld. Als dat het geval is, dan liep deze weg waarschijnlijk over de strandwal waarop de Van Vredenburghweg is gelegen naar de hoofdstad Forum Hadriani toe en in de tegenovergestelde richting naar de Maasmond. De nederzetting die bij Poeldijk is gevonden en blijkens de opgravingsresultaten door een dubbele spitsgracht omsloten werd kan langs de weg gelegen zijn geweest en een rol hebben gehad in de beveiliging net zoals dat van de nederzetting bij Naaldwijk wordt verondersteld.Het feit dat in de duinen van Den Haag een tweetal militaire steunpunten is aangetroffen is reden aan te nemen dat ook daar Romeinse wegen hebben gelopen, die door de soldaten van deze forten werden bewaakt en beveiligd. Deze forten maakten waarschijnlijk deel uit van een kustverdedigingssyteem dat in de tweede helft van de 2de eeuw tot wasdom begon te komen. Het heeft er steeds meer de schijn van dat in de loop van de 2 eeuw onze regio sterk begon te militariseren. Waarschijnlijk waren er forten langs de kust en langs de riviermonding en kleinere steunpunten in het achterland om de verbindingen te beveiligen. Het is geen wonder dat in die periode sprake was van een hoog ontwikkeld en behoorlijk onderhouden wegennet. Het was voor de beveiliging van belang en er waren soldaten genoeg om de werkzaamheden daarvoor te verrichten.Een eeuw later in het midden van de 3de eeuw, was er in elk geval nog één van in gebruik. Het is waarschijnlijk deze weg geweest die vermeld staat op de Tabula Peutingeriana.
Romeinse mijlpalen en wegen