In opdracht van Reddyn BV heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau een inventariserend veldonderzoek in de vorm van proefsleuven uitgevoerd in verband met de voorgenomen nieuwbouw van een schakelstation en het verleggen van kabels aan de Industrieweg in de gemeente Katwijk. Het onderzoek betreft het vervolg op een eerdere fase van het inventariserend onderzoek dat bestond uit een verkennend booronderzoek. Tijdens het booronderzoek zijn in het plangebied op meerdere niveaus cultuurlagen uit de Romeinse tijd en later aangetroffen. Op grond van de resultaten van dit voorgaande onderzoek werd geconcludeerd dat in het plangebied mogelijk één of meerdere nederzettingen met eventueel bijbehorende akkerarealen aanwezig zijn, die vanaf de Romeinse tijd dateren. Het proefsleuvenonderzoek diende om te bepalen of in het plangebied archeologische resten aanwezig zijn en om, indien resten aanwezig zijn, de inhoudelijke en fysieke kwaliteit (aard, omvang, datering, kwaliteit en diepteligging) ervan vast te stellen. Het doel van het onderzoek is om de behoudenswaardigheid van de mogelijk aanwezige vindplaats te bepalen.Tijdens het onderzoek zijn ten westen en ten zuiden van de bestaande bebouwing twee proefsleuven aangelegd. In de proefsleuven zijn op verschillende niveaus in het duinzand en in de oeverafzettingen van de Oude Rijn sporen aangetroffen die wijzen op bewoning van het plangebied in de Romeinse tijd. In het westen van het plangebied (proefsleuf 1) zijn zes bewoningsniveaus aangetroffen en vooralsnog vier sporenniveaus. In het zuidoosten van het plangebied (proefsleuf 2) zijn vier bewoningsniveaus aangetroffen en vooralsnog twee sporenniveaus. De vindplaats bestaat uit paalkuilen, kuilen, afvalkuilen, greppels en ploegsporen. In de aangetroffen kuilen en paalkuilen kon door de beperkte omvang van de proefsleuven geen duidelijke structuur van een huisplattegrond herkend worden. Op basis van de hoeveelheid (1483 fragmenten) en het soort vondstmateriaal (grofkeramisch bouwmateriaal, natuursteen en gedraaid gebruiksaardewerk) is het zeer waarschijnlijk dat het gaat om sporen die gerelateerd kunnen worden aan een nederzettingsterrein. Op basis van het aanwezige aardewerk kan niet worden vastgesteld of het om een militaire context of om een burgerlijke nederzetting gaat. De aanwezigheid van grofkeramisch bouwmateriaal en natuursteen, ook het materiaal dat niet uit grondsporen komt maar verspreid over het terrein ligt, wijst mogelijk op de aanwezigheid van (gedeeltelijke) steenbouw of een harde dakbedekking binnen of in de directe omgeving van het onderzochte gebied. De greppels in het noorden van sleuf 1 hebben waarschijnlijk gediend ter bevordering van de afwatering van de nederzetting. De vindplaats ligt op de zuidelijke oever van de Oude Rijn en houdt verband met de limes (de Romeinse Rijksgrens).