Een archeologisch inventariserend veldonderzoek (IVO) door middel van een bureau-onderzoek en boringen op een perceel an de weg Oud Alteveer te Nieuwe Pekela, gemeente Pekela (Gr.)

DOI

Aanleiding voor het archeologisch inventariserend veldonderzoek (IVO) is de geplande nieuwbouw van drie huizen op een perceel aan Oud Alteveer in Nieuwe Pekela. In overeenstemming met het Verdrag van Malta is een IVO voorafgaand aan de bouwactiviteiten noodzakelijk. In opdracht van Kruijer assurantien, hypotheken en onroerend goed te Oude Pekela heeft Archaeological Research & Consultancy (ARC bv) dit onderzoek uitgevoerd. Het IVO bestaat uit een bureauonderzoek, uitgevoerd door mw. drs. S.A. Mulder. Het veldwerk werd uitgevoerd door Mw. drs. M.C. Blom en B. Schomaker op 6 juli 2005.Conclusie en aanbeveling:Uit de boringen blijkt dat de bodemopbouw van het onderzoeksgebied bestaat uit een veenkoloniaal dek met een moerige tussenlaag op dekzand.In het dekzand bevindt zich in het noordoosten van het onderzoeksterrein een B-horizont met plaatselijk nog een E-horizont. Naar het zuidwesten toe daalt de zandondergrond tot ca. 50 cm onder het maaiveld en bevindt zich tussen het zand en het ontginningsdek een moerige laag met een basis van leem, oftewel loss. In het dekzand op dit deel van het terrein heeft zich geen podzol ontwikkeld.In het onderzoeksgebied is de top van het dekzand intact in de noordoostelijke hoek, ter hoogte van de boringen 5, 6 en 7. In het dekzand zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen. De kans om deze aan te treffen is echter erg klein, aangezien in de boorkern maar een zeer klein deel van het totale bodemarchief wordt bemonsterd. Door Tol et al (2004, p. 31) wordt dit omschreven als de ‘trefkans’. Dit is het verband tussen de omvang van het te vinden fenomeen en de afstand tussen de monsterpunten. Uit de door hen uitgevoerde studie blijkt dat alleen vuur-steenvindplaatsen met een matig-hoge tot hoge vondstdichtheid met behulp van een booronderzoek zijn op te sporen.Slechts op een klein deel van het onderzoeksterrein is een intacte bodemopbouw aanwezig. De bodemopbouw is intact in de noordoostelijke hoek van het terrein, ter hoogte van de boringen 5, 6 en 7. De kans om op dit deel een vindplaats aan te treffen is gering. Mocht tijdens de bouwwerkzaamheden dit deel van het terrein worden ontgraven, dan verdient het de aanbeveling om een archeologische begeleiding tijdens deze werkzaamheden uit te laten voeren.

Date: 2005

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-24r-e6ae
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-24r-e6ae
Provenance
Creator Blom, M.C.
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor b.u.l.k. archeologie, import; ARC b.v.
Publication Year 2011
Rights CC0 1.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/publicdomain/zero/1.0
OpenAccess true
Contact b.u.l.k. archeologie, import (DANS)
Representation
Resource Type Dataset
Format application/pdf; text/xml
Size 2928233; 6447; 7221; 824; 4909
Version 1.0
Discipline Humanities