Aanleiding tot een archeologische onderzoek vormt de voorgenomen bouw van een intensieve veehouderij op een terrein ten zuiden van Most 8 te Sevenum. Omdat de realisatie van deze plannen gepaard gaat met verstorende ingegrepen in de bodem, dienen voorafgaand hieraan de archeologische waarden in en om de onderzoekslocatie vastgesteld te worden. Dit is in overeenstemming met het Verdrag van Malta, dat de bescherming van het cultureel erfgoed beoogt.Ten behoeve van een vrijstellingsprocedure door de gemeente Sevenum is in opdracht van DLV Intensief Advies BV te Veulen het archeologisch onderzoek uitgevoerd door Archaeological Research & Consultancy (ARC bv). Een archeologisch bureau-onderzoek werd uitgevoerd door mw. drs. S.A. Mulderen drs. A.J. Wullink. Het inventariserend veldonderzoek door middel van grondboringen en een oppervlaktekartering werd op 18 maart 2006 verricht door drs. A.J.Wullink en ing. M.C. Botermans.Conclusie:De onderzoekslocatie ligt in een dekzandgebied, waarin zich, onder invloed van een hoge grondwaterstand, een gooreerdgrond heeft ontwikkeld. Volgens de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) hebben deze gooreerdgronden een hoge kans op het aantreffen van archeologische waarden. In de beekdalen ten noorden en zuiden van de onderzoekslocatie zijn paleolithische en mesolithische werktuigen gevonden. Ten westen van de onderzoekslocatie is een urnenveld uit de Bronstijd–IJzertijd gevonden. Dit wijst er op dat de omgeving van de onderzoekslocatie in ieder geval tot de IJzertijd bezocht dan wel bewoond moet zijn geweest door de mens. Uit historisch kaartmateriaal blijkt dat het gebied tot 1840 vrij drassig was en onontgonnen, hetgeen betekent dat er geen archeologische vondsten uit de Middeleeuwen verwacht hoeven te worden. Na de ontginning is de onderzoekslocatie in gebruik genomen als bos, bouw- en weiland.Tijdens het booronderzoek is de verwachte gooreerdgrond aangetroffen. Hiervan vormde de bovenste 25 `a 40 cm de bouwvoor. Onder de bouwvoor zijn in een paar boringen vuursteenfragmenten aangetroffen. Deze zijn volgens de vuursteenspecialist van natuurlijke oorsprong. Er zijn verder geen archeologische indicatoren aangetroffen. Hierdoor kan worden gesteld dat, op basis van het booronderzoek, de hoge archeologische verwachting niet is bewaarheid.
Date: 2006