Dit rapport beschrijft het door ACVU-HBS uitgevoerde archeologisch bureauonderzoek aangevuld met en getoetst aan de gegevens van een karterend booronderzoek naar het archeologisch potentieel van drie terreinen binnen de gemeente Tiel. Het gaat hierbij om:1) Wethouder van Ooijenweg, Wadenoijen.2) Moleneind, Kapel-Avezaath.3) Bergakker, Kapel-Avezaath.Het terrein omvat de percelen van de kadastrale gemeente Tiel, sectie D met kadasternummer D900 voor de locatie in Wadenoijen, en sectie N met de kadasternummers D556 en D847 voor de locaties in Kapel-Avezaath. Op deze locaties is de aanleg van bergbezinkvoorzieningen en twee rioleringen gepland. De aanwezige archeologische waarden worden door de aanleg van deze bergbezinkvoorzieningen in potentie bedreigd. Na bestudering van de voor handen zijnde bronnen en de gegevens uit het aanvullende inventariserend veldonderzoek door middel van boringen, is de in het bureauonderzoek geformuleerde hoge verwachtingswaarde voor de drie plangebieden bevestigd. Er is aangetoond aan de hand van verschillende archeologische indicatoren dat ter plekke een vindplaats aanwezig is.Voor de locatie aan de Wethouder van Ooijenweg adviseren wij voor het oostelijk deel van het plangebied een Inventariserend Veldonderzoek (IVO) in de vorm van proefsleuven om meer inzicht te krijgen in de aard en kwaliteit van de vindplaats. Hier kunnen met name sporen en vondsten aangetroffen worden uit de Vroege en Midden IJzertijd.Voor de locatie aan het Moleneind adviseren wij een opgraving onder beperkingen. Hier worden sporen en vondsten verwacht uit de Late Middeleeuwen en de Nieuwe Tijd. Hierbij krijgt een archeologisch team de mogelijkheid om tijdens de geplande werkzaamheden eventueel aanwezige archeologische waarden te documenteren.Aan de locatie aan de Bergakker worden nederzettingsresten verwacht van de Late IJzertijd tot en met de Late Middeleeuwen. Om meer inzicht te krijgen in de aard en kwaliteit van deze vindplaats adviseren wij ook hier een IVO de vorm van proefsleuven.