In juli 2021 is door Antea Group een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd voor de geplande uitvoeringswerken bij M&R-station (meet- en regelstation) A-107 Reijerscop in De Meern (Gemeente Utrecht). Dit onderzoek is parallel uitgevoerd aan de onderzoeken die voor de aan te leggen hoofdtransportlijn (HTL) tussen Hoornaar en Reijerscop, alsmede voor de regionale transportleiding (RTL) te Utrecht Lage Weide (tussen afsluiterschema’s S-6227 en S-6265). Het plangebied voor het onderhavig bureauonderzoek betreft echter niet de tracélijn, maar alle (eventuele) bodemingrepen die in de uitvoeringsfase uitgevoerd worden, inclusief inrichting van werkterreinen en toegangsroutes.
De voorziene ingrepen bestaan uit de aanleg van ondergrondse infrastructuur of installaties, cultuurtechnische ontgravingen en herstelwerkzaamheden. Het plangebied betreft de benodigde terreininrichting en heeft een opgetelde omvang van 12.000 m2 (1,2 ha). Hiervan is circa 2.300 m2 gelegen in de gemeente Woerden (provincie Utrecht) en 9.700 m2 in de gemeente Utrecht (provincie Utrecht).
Het plangebied bevindt zich in het veenkomgebied tussen de Hollandse IJssel en de Oude Rijn (veenpolder Reijerscop). Het in een andere fase van het project uitgevoerde booronderzoek overlapt met het zuidelijk deel van het plangebied en toont aan dat er in dit gebied geen onbekende crevasses aanwezig zijn. Voor het dekzand geldt een verwachting op prehistorische resten, maar dit ligt ter plaatse op een diepte van 5 m -NAP (4 m -mv) en daarmee onder de verstoringsdieptes, en lijkt bovendien verspoeld. Dan resteert de verwachting op resten van bewoning op het bewoningslint aan de achterkade langs de Reijerscopse Wetering. Er zijn geen aanwijzingen op historische kaarten om binnen de grenzen van het plangebied resten van bebouwing te verwachten en ook het actuele maaiveld aan de west- en de oostzijde van het M&R-station vertoont geen lichte verhoging die zou kunnen duiden op vroegere huiserven. Op het M&R-station zelf zal de bodem naar verwachting reeds in grote mate verstoord zijn door ophoging en zetting en de eerder aanleg van installaties en ondergrondse infrastructuur. De kans dat met de voorgenomen ingrepen intacte ondergrondse archeologische resten kunnen worden geschaad is gering.
Wij adviseren op basis van de bovenstaande conclusies om het plangebied vrij te geven voor de geplande werkzaamheden (aanleg en herstel van tijdelijke werkterreinen, aanleg leidingen, herinrichting MR-station). Deze conclusie geldt zowel voor het deel van het plan dat gelegen is in de gemeente Utrecht als het deel dat gelegen is in de gemeente Woerden.
Ook voor vrijgegeven (delen van) plangebieden bestaat altijd de mogelijkheid dat er tijdens graafwerkzaamheden toch losse sporen en vondsten worden aangetroffen. Op grond van artikel 5.10 van de Erfgoedwet dient zo spoedig mogelijk melding te worden gemaakt van de vondst bij de Minister (de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed: telefoon 033-4217456). Een vondstmelding bij de gemeentelijke archeoloog kan ook.
