Momenteel geeft de Bestuurscommissie Uitbreiding Geestmerambacht uitvoering aan de ontwikkeling van de uitbreiding van het recreatiegebied Geestmerambacht. In opdracht van deze commissie heeft ACVU-HBS in april 2008 voor het plangebied De Druppels, dat een deelgebied vormt van de uitbreiding, een Inventariserend Veldonderzoek door middel van boringen uitgevoerd. Aanvullend is op een kansrijk deel van dit plangebied een oppervlaktekartering uitgevoerd. Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat de archeologische waarden van het plangebied zich concentreren in de zuidoostelijke hoek. De rest van het te onderzoeken terrein bleek of volledig verstoord te zijn door het opbrengen van de zandige ondergrond of wisselend verstoord te zijn zonder duidelijke aanwijzingen voor archeologische waarden. Twee percelen in de zuidoosthoek echter bleken grotendeel onverstoord te zijn en archeologische waarden te bevatten. Binnen deze twee percelen zijn vier verschillende vindplaatsen herkend. In de Late IJzertijd/Romeinse tijd is men hier gaan wonen op de hoogste koppen van een overveend getijdelandschap en waarschijnlijk langs een veenstroom. Ook in de vulling van de getijdegeul/veenstroom zijn vondsten aangetroffen. Na ontginning en inklinking van het veen werd over het hele plangebied een laag klei afgezet door de zee. Na afname van deze mariene invloed en bedijking van het land lijkt het er op dat men in de Middeleeuwen de hogere koppen van het landschap opnieuw is gaan gebruiken. Twee vindplaatsen kennen een jonger middeleeuws niveau, terwijl de andere twee mogelijk een dergelijk jonger niveau bezitten. Naast de aangetroffen vindplaatsen moet rekening gehouden worden met perifere sporen en structuren rond de nederzettingen, eventuele grafvelden, bijzondere vondsten en mogelijk zelfs structuren in de vullingen van de getijdegeul/veenstroom. Voor de verstoorde delen van het plangebied en de delen die gedeeltelijk verstoord zijn en nauwelijks tot geen aanwijzingen hebben prijs gegeven voor archeologische waarden, wordt geadviseerd geen nader archeologisch onderzoek uit te laten voeren. De twee meest zuidoostelijke percelen van het plangebied daarentegen, blijken grotendeel onverstoord te zijn en archeologische vindplaatsen te bevatten. Voor dit deelgebied wordt geadviseerd Inventariserend Veldonderzoek door middel van proefsleuven te laten uitvoeren.