Het plangebied ligt in de ArcheoRegio “het Utrechts-Gelders rivierengebied”. In de ondergrond liggen Pleistocene rivierafzettingen. De top van deze afzettingen ligt 2 tot 3 m -mv. Op deze pleistocene riviervlakte hebben zich op verschillende plaatsen rivierduinen gevormd. De rivierduinen zijn lange tijd geschikte bewoningslocaties geweest. Ten oosten en westen van het dorp zijn op dergelijke rivierduinen bewoningsresten uit de IJzertijd en Romeinse tijd aangetroffen. De historische kern van Horssen ligt ongeveer 180 m westelijk van het plangebied. Mogelijk heeft de bewoning zich tot in het plangebied uitgestrekt. Gronden die in de IJzertijd en later intensief zijn bewoond kenmerken zich in het rivierengebied vaak als een doorwerkte archeologische laag, zgn. oude woongronden. Deze gronden staan als Terp aangeduid op de bodemkaart. In het plangebied zijn vijf boringen gezet tot maximaal 400 cm -mv. Hieruit blijkt dat de ondergrond bestaat uit pleistocene rivierafzettingen. Hierop liggen rivierduinafzettingen die in twee van de vijf boorprofielen zijn verspoeld. In één boorprofiel is de top van het rivierduin een B-horizont aanwezig, hier is de bodem (deels) intact. In vier van de vijf boorprofielen is de top van de al dan niet verspoelde rivierduinafzettingen (sub) recent omgewerkt. De op basis van de bodemkaart verwachte oude woongrond is niet aangetroffen. Er zijn geen aanwijzingen voor archeologische waarden. De oude woongrond zoals werd verwacht op basis van de bodemkaart is niet aangetroffen. De top van de rivierduinafzettingen is in twee van de vijf boorprofielen verspoeld en in vier van de vijf boorprofielen (sub) recent omgewerkt. De kans op intacte grondsporen wordt daarom klein geacht. Bureau voor Archeologie adviseert het plangebied vrij te geven voor de voorgenomen ontwikkeling. De kans op intacte archeologische resten binnen 4 m -mv wordt klein geacht.