De resultaten van het booronderzoek wijzen uit dat het archeologisch relevante niveau in het plangebied de top van het keizand of keileem is. In het westen en centrale deel van het plangebied bevindt dit niveau zich onder een akkerlaag (esdek) of een menglaag. De top van het oorspronkelijke dekzand, keizand en/of keileem zal hier zijn verstoord en opgenomen in de akkerlaag/esdek en de menglaag, maar eventuele dieper ingegraven sporen uit de periode steentijd - Romeinse tijd kunnen hier nog aanwezig zijn en zullen in dat geval ook goed zijn geconserveerd. In de akkerlaag/esdek kunnen archeologische vondsten uit de middeleeuwen/nieuwe tijd voorkomen, maar deze liggen niet in situ. Andere sporen dan eventuele (sub)recente sporen worden in deze laag niet verwacht. De archeologische waarde van deze akkerlaag/esdek is daarom laag. In het meest oostelijke deel van het plangebied is de laagopeenvolging dieper verstoord en is geen akkerlaag/esdek of menglaag (meer) aanwezig. Desondanks is de aanwezigheid van archeologische sporen in het keizand ook hier niet uit te sluiten. Alleen in het centrale deel van het plangebied (circa 0,1 ha) bevindt zich een archeologisch relevant niveau, keizand, binnen de maximale geplande verstoringsdiepte van 1,0 m -mv die bij de aanvraag is aangegeven. Geadviseerd wordt om in dit op figuur 4 roze gekleurde deel van het plangebied geen bodemingrepen uit te voeren die dieper reiken dan 0,8 m -mv om dit niveau te ontzien. Navraag over de exacte ingrepen heeft uitgewezen dat de uiteindelijke ingrepen waarschijnlijk inderdaad niet dieper zullen reiken dan 0,8 m -mv. Daarnaast worden de werkzaamheden (deels) met een zandzuiger uitgevoerd om de boomwortels niet te beschadigen. Door de aanwezigheid van de boomwortels en het werken met een zandzuiger zal geen goed leesbaar vlak aan te leggen zijn waarin eventuele archeologische sporen te zien zijn. Voor deze plannen wordt daarom geen archeologisch vervolgonderzoek aanbevolen.