RAAP Archeologisch Adviesbureau heeft tussen 9 augustus en 16 augustus 2010 een inventariserend veldonderzoek in de vorm van proefsleuven uitgevoerd in verband met de aanleg van een grootschalige waterberging en een recreatiegebied met professionele wedstrijdroeibaan in de gemeente Zuidplas.Het betreft het vervolg op een eerdere fase van het inventariserend onderzoek dat bestond uit een verkennend en karterend booronderzoek (Wijsman en Verbeek 2005; Wijsman 2005; en Dasselaar 2010). Op grond van de resultaten daarvan werd geconcludeerd dat er mogelijk belangrijke archeologische waarden aanwezig zijn in 4 verschillende locaties in het circa 350 ha plangebied.Locatie P1 ligt in het oosten van het plangebied en heeft een oppervlakte van circa 3000 m². Op deze locatie zijn bij het vooronderzoek (Wijsman, 2005) twee houtskoolconcentraties aangetroffen.Locatie P3 ligt in het midden van het plangebied en heeft een oppervlakte van circa 6000 m². Op deze locatie zijn eerst twee houtskoolconcentraties waargenomen, vervolgens is vuursteen aan de oppervlakte aangetroffen en er is een vuursteenafslag uit een boring gekomen (Dasselaar, 2010).Locaties P4 en P5 liggen in het zuiden van het plangebied en hebben een gezamenlijke oppervlakte van circa 3000 m². Op deze locatie is in één boring bot aangetroffen en aan de oppervlakte is vuursteen aangetroffen (Dasselaar, 2010). Verder is uit de boringen gebleken dat op locatie P4 sprake is van een vegetatiehorizont. Naar aanleiding van hiergenoemde waarnemingen werd aanbevolen om dit door middel van een proefsleuvenonderzoek te laten vaststellen.Op basis van de resultaten van het proefsleuvenonderzoek in het plangebied Eendragtspolder, in de gemeente Zuidplas, is vastgesteld dat er geen aanwijzingen zijn gevonden voor archeologische vindplaatsen uit het Neolithicum. Voor de locaties P1 en P3 geldt dat het bodemprofiel onthoofd is, waardoor een potentieel archeologisch niveau ontbreekt. Voor vindplaatsen P4/P5 geldt dat er sprake is van ernstige verstoring als gevolg van zeer omvangrijke kuilen en deels door landbouwactiviteit.In het westelijke deel van sleuf 51 is een oeverwal aanwezig met daarop een vegetatiehorizont. Dit betreft een in het verleden potentieel bewoonbaar niveau. Aanwijzingen voor bewoning ontbreken echter
Issued: 2010-08-09