Het plangebied ligt binnen een grotere zone met een hoge archeologische verwachting. Dit wordt enerzijds veroorzaakt doordat het plangebied op een gestuwd keileemplateau ligt dat sinds de laatste IJstijd deel uitmaakt van geschikte bewoningsgronden binnen de hogere zandgronden en anderzijds omdat in de nabijheid van het plangebied al diverse archeologische sporen zijn aangetroffen in de vorm van grafheuvels, celtic fields en een kasteelterrein of landgoed. De bodem rondom het te verwijderen gebouw, alwaar de nieuwbouw ook zal komen, is gedeeltelijk verstoord tot grotere diepte of tot in het keileempakket. Ter plaatse van die verstoorde bodemopbouw worden geen intacte archeologische waarden meer verwacht. Een deel van boringen die gezet zijn, is slechts in de toplaag tot een diepte van 40-50 cm geroerd. Daar bestaat de mogelijkheid dat er nog (gedeeltelijk) intacte archeologische sporen kunnen worden aangetroffen of verstoord tijdens de werkzaamheden, hoewel er tijdens het karterend booronderzoek geen archeologische indicatoren zijn aangetroffen anders dan de aardewerkfragmenten uit de late middeleeuwen in de geroerde toplaag van boring 6. De verwachting is dat ter hoogte van de bestaande bebouwing de mogelijk archeologisch kansrijke grondlagen toen ter tijd zijn bereikt en verstoord. Onder het huis worden daartoe geen intacte bewoningssporen of archeologische niveaus meer verwacht. Op basis van de resultaten van het bureauonderzoek, maar met name op basis van de toetsing in het veld (booronderzoek) wordt geadviseerd om geen vervolgonderzoek te laten plaatsvinden voorafgaande aan de ruimtelijke ontwikkeling. De nieuwbouw komt grotendeels ter hoogte van het te slopen gebouw. Rondom de bestaande te slopen bebouwing werden zowel verstoorde als redelijk intacte bodemprofielen onder de bouwvoor waargenomen. Echter werden er geen eenduidige aanwijzingen voor een ter plaatse gelegen (prehistorische) archeologische vindplaats aangetroffen. De kans op het aantreffen of verstoren van archeologische resten wordt voor dit plangebied in relatie tot de voorgenomen ingreep laag geacht.