Uit het veldonderzoek is gebleken dat de bodem in het plangebied bestaat uit een verstoorde toplaag of bouwvoor met in de zuidoosthoek daaronder waarschijnlijk de "stadsbewoningslaag". De archeologische begeleiding heeft geen archeologische sporen of intacte vondstconcentraties opgeleverd. Er zijn geen aanwijzingen aangetroffen voor de aanwezigheid van intacte archeologische waarden in de vorm van (middeleeuwse) nederzettingssporen. Wegens de geringe saneringsdiepte tot waar de toplaag is afgegraven (circa 0,5 m; met uitzondering van een smalle sleuf in de zuidoosthoek) is de "stadsbewoningslaag", die zich in het centrum van Coevorden over de gehele oude binnenstad uitstrekt, niet aangetroffen. Alle vondsten uit die toplaag zijn van recente datum (20ste eeuw) en houden verband met de gebouwen die ter plaatse hebben gestaan (w.o. een verfhandel). In de dieper uitgegraven sleuf langs het betonnen fundament is op een diepte van circa 1,5 m beneden maaiveld de top van de "stadsbewoningslaag" aangetroffen met hierin enkele steengoed- en aardewerkscherven daterend uit de periode 17de-19de eeuw.Op basis van de resultaten van de Archeologische Begeleiding conform KNA-protocol Opgraven wordt voor de rest van het plangebied vervolgonderzoek aanbevolen indien grondwerkzaamheden dieper dan 0,3 m -Mv worden uitgevoerd.