In opdracht van Waterschap Rijn en IJssel heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau op 15 september 2014 een inventariserend veldonderzoek in de vorm van proefsleuven uitgevoerd in verband met de aanleg van een vispassage en reparatie en vervanging van delen van een stuw en watermolen in de gemeente Winterswijk.Tijdens het proefsleuvenonderzoek zijn alleen vondsten gedaan die, op grond van historische informatie, samenhangen met een in 1652 gebouwd watermolencomplex. In de proefsleuven zijn geen concrete restanten van de watermolen (funderingsresten) aangetroffen. Op grond van waarnemingen in het veld is de huidige keermuur in het zuiden van het plangebied hoogstwaarschijnlijk dezelfde als de muur van de voormalige oliemolen die op een tekening van W.C.A. Staring uit 1847 staat aangegeven.Gezien het ontbreken van intacte archeologische resten in de proefsleuven wordt in het plangebied in het kader van de voorliggende plannen geen archeologisch vervolgonderzoek aanbevolen. Ondanks de lage waardering voor de gaafheid (fysieke kwaliteit) binnen het plangebied, wordt de vindplaats als geheel (i.c. het gehele molencomplex) op grond van de belevingswaarde behoudenswaardig geacht. Momenteel zijn net buiten het plangebied nog muurresten zichtbaar die hoogstwaarschijnlijk behoorden aan de voormalige oliemolen. Om de belevingswaarde van het molencomplex te vergroten, wordt aanbevolen de locatie van de voormalige oliemolen in de nieuwe inrichting te visualiseren.