Op grond van de resultaten van het verkennend en het karterend onderzoek kan geconcludeerd worden dat in het plangebied mogelijk sprake is van meerdere vindplaatsen (erven) die te dateren zijn in de periode van de Late Bronstijd tot en met de IJzertijd en de periode van de Late Middeleeuwen. De sporen zullen zich naar verwachting concentreren op het hoger gelegen centrale deel en het noordelijk deel van het plangebied. Het zuidelijke deel van het plangebied is teveel verstoord om nog intacte vindplaatsen aan te kunnen treffen.Op basis van de resultaten van het archeologisch vooronderzoek wordt geadviseerd een vervolgonderzoek met proefsleuven uit te laten voeren in het noordelijke en het centrale deel van het plangebied.Voor het zuidelijk deel van het plangebied adviseren wij om geen vervolgonderzoek uit te voeren, vanwege het grotendeels ontbreken van een intacte bodemopbouw en het ontbreken van archeologische indicatoren.
Date: 04/11/2013 (veldwerk)