Jehoshua (Otto) en Hennie Birnbaum-Szaja vertellen het unieke en aangrijpende verhaal van het weeshuis in kamp Westerbork. Beiden hebben die taak, mede vanuit hun joods-religieuze achtergrond, als vanzelfsprekend opgevat. Zelf hadden ze zes kinderen in Westerbork, variërend in leeftijd van drie tot vijftien jaar.Het gezin Birnbaum werd in februari 1944, na een verblijf van ruim vier jaar in Westerbork, naar Bergen-Belsen gedeporteerd, 50 kinderen namen ze mee naar Bergen-Belsen. In april 1945 werden ze in een trein nabij Tröbitz door de Russen bevrijd. Ze namen een groep weeskinderen mee terug naar Nederland.In 1950 vertrokken de Birnbaums met de totale groep van vijftig kinderen naar Israël, waar zij werden ondergebracht in het tehuis ‘Kfar Hanoar Dati’ in de buurt van Haifa. Ze gingen er zelf ook met hun gezin wonen. Later werd Jehoshua onderwijzer op een school in Naharya, waar hij tot zijn vijfenzeventigste jaar werkte.
Date Submitted: 2010-11-29
Kamp Westerbork in Oost-Nederland was het laatste station voor meer dan 100.000 Nederlandse joden die gedeporteerd werden naar de nazi vernietigingskampen. Ruim 80% van de Nederlandse joden werden gedeporteerd, het hoogste percentage in West-Europa. De emotie en tragiek van het verhaal wordt versterkt door de opmerkelijke foto's en films van Rudolf Breslauer, kampfotograaf en filmer. Dit is de eerste documentaire film die ooit gemaakt is over dit nazidoorgangskamp in Nederland, met een grote reeks gesprekken met overlevenden die een belangrijke en prominente rol in het kamp speelden, zoals jeugdleiders, over het ziekenhuis, het religieuze leven, entertainment en andere elementen van het leven in het kamp. Onder de geïnterviewden bevindt zich de niet-Joodse Nederlander Adrianus van As, hoofd van het distributiekantoor in Kamp Westerbork.