Oral history interview met een vrouw (1940) uit een middenklasse gezin, waarvan zowel de (Duitse) moeder als NSB-lid en vader als Waffen-SS’er geïnterneerd worden. DNS03 heeft de internering van haarzelf, haar broertjes en beide ouders jarenlang als een film aan haar voorbij zien trekken, omdat haar moeder steeds weer vertelt over het leed dat ze meegemaakt hebben. Het levend houden van deze herinneringen heeft volgens DNS03 de rest van haar verdere leven bepaald.De geïnterviewde is jarenlang bevriend geweest met de interviewer en ze hebben in dezelfde straat gewoond.De aanleiding voor dit interview is het Aletta project om levensverhalen van vrouwen vast te leggen van wie de ouders tijdens WO II de kant van de bezetter kozen en zelf geïnterneerd en/of in kindertehuizen en/of in pleeggezinnen ondergebracht werden tijdens de internering van hun ouder(s).
Acht gewone dochters, geboren voor 10 mei 1940. Hun overeenkomst: ze hadden ‘foute’ ouders. Hoe was het om op te groeien in een nationaalsocialistisch gezin, met ouders die lid waren van of sympathiseerden met de NSB, NSNAP, Nationaal Front of Zwart Front? Dat is de kernvraag in dit project. Acht dochters van ‘foute’ ouders hebben hun verhaal op beeld laten vastleggen.De vrouwen zaten in hun jonge jaren bij een nationaalsocialistische jeugdorganisatie of werkten voor het Duitse Rode Kruis. Sommigen zijn gevlucht na Dolle Dinsdag. Anderen zijn na de bevrijding geïnterneerd en/of berecht. Een deel van de dochters is na de bevrijding in een pleeggezin of kindertehuis geplaatst.De interviews leveren een bijdrage aan de geschiedschrijving van schuld, straf en boete in de periode na de Tweede Wereldoorlog. Die periode is feitelijk nog steeds niet afgesloten: de problematiek van kinderen van collaborateurs blijft moeilijk bespreekbaar. Sommige vrouwen hebben het zwijgen doorbroken door hun eigen verhaal te publiceren, vaak onder pseudoniem. Maar veel 'dochters van toen' durven nog steeds niets over hun achtergrond te vertellen.