Tijdens de aanleg van de weg ‘Geranium’ in het kassengebied Bergerden werden door dhr. C. Neijenhuis van de Historische Kring Huessen enkele crematiegraven opgemerkt. Deze graven bevonden zich op een hooggelegen zandkop. Nadat de exacte locatie van de zandkop was bepaald door middel van grondboringen, is besloten het deel dat verstoord zou worden bij de aanleg van een watergang en leidingen op te graven. Dit onderzoek is tussen 4 en 8 december 2006 door ADC ArcheoProjecten uitgevoerd. In deze periode is aan weerszijden van de Geranium een werkput aangelegd en in twee vlakken onderzocht. Tijdens het onderzoek zijn op de zandkop nog een vijftal andere crematiegraven aangetroffen. De conservering van de graven varieerde; van twee graven was alleen de onderkant van de urn met wat crematieresten bewaard gebleven. De overige drie graven waren beter geconserveerd en de urnen konden goed gedateerd worden. De urnen zijn van het zogenaamde Schräghals-type die in de Vroege IJzertijd (800-500 v.Chr.) dateren. Naast de graven zijn ook nog enkele kuilen en greppels aangetroffen die vermoedelijk ook in de Vroege IJzertijd dateren. Een ouder spoor betreft een greppel van een grafstructuur; een greppel die rond een ovale grafheuvel was gegraven. Een houtskoolmonster uit deze greppel is met behulp van een 14C-analyse gedateerd op 1501-1421 v. Chr, de Midden Bronstijd. Het belang van de vindplaats werd nog eens benadrukt door de aanwezigheid van een aantal losse vondsten uit het Midden Neolithicum (4200-2850 v. Chr.). Naast enkele scherven is ook een tweetal vuurstenen werktuigen gevonden; een schrabber en een spitskling. De spitskling is van uitzonderlijke kwaliteit en kan als een zeer bijzondere vondst worden beschouwd.