Op basis van het vooronderzoek werd in het plangebied ter hoogte van de voormalige sporthal resten uit de Middeleeuwen en/of Nieuwe tijd behorend tot de historische kern van Zierikzee verwacht. De archeologische resten werden verwacht binnen de maximale ontgravingsdiepte van 0,3 m -NAP (ca. 80 cm -Mv) van de voorgenomen bodemingrepen. Op basis van de resultaten van het proefsleuvenonderzoek zijn in het plangebied Raamstraat 1 te Zierikzee conform de verwachting resten uit de Middeleeuwen en Nieuwe tijd aangetroffen. In het plangebied zijn tussen circa 0,2 en 0,3 m -NAP resten gevonden van meerdere bakstenen funderingen die aan twee verschillende bouwfasen toebehoren. De eerste fase bestaat uit een fundering die is afgebroken om de funderingen van bouwfase twee aan te kunnen leggen. De funderingen van fase twee staan in relatie met elkaar en behoren tot een deel van een gebouw waarbij een kamerindeling zichtbaar is. Het gebouw loopt ieder geval in noordelijke richting en mogelijk ook in zuidelijke richting door buiten de contouren van de proefsleuf. In relatie tot de funderingen zijn enkele uitbraakkuilen waargenomen. Daarnaast zijn er buiten het gebouw twee rechthoekige kuilen waargenomen die zijn opgevuld met relatief schoon, lichtgrijs zand. De functie van deze kuilen is onbekend. Omdat de fundering bestaat uit hergebruikte bakstenen en het aardewerk gemengd is qua datering en niet uit een gesloten context afkomstig is, is een absolute datering van de vindplaats niet mogelijk. De relatieve datering is bepaald aan de hand van de ouderdom van de hergebruikte bakstenen (na de late Middeleeuwen B) en historisch kaartmateriaal (in ieder geval na 1550 en voor 1811). Op basis van de resultaten wordt verwacht dat in het hele plangebied op 0,2 m -NAP resten van funderingen en erf gerelateerde sporen en structuren uit de Nieuwe tijd en mogelijk ook uit de Late Middeleeuwen nog intact in de bodem aanwezig kunnen zijn. Op basis van het uitgevoerde onderzoek stelt RAAP Archeologisch Advies dat sprake is van een behoudenswaardige vindplaats. De resultaten van het onderzoek tonen aan dat bij de bestaande planvorming archeologische resten verstoord zullen worden in het plangebied. Gezien de aard van de geplande ingrepen wordt aanbevolen de plannen zodanig aan te passen dat de (verwachte) archeologische resten in de bodem behouden kunnen blijven (behoud in situ). Indien planaanpassing niet mogelijk is, wordt aanbevolen (in de betreffende zone) een definitieve archeologische opgraving uit te laten voeren. Dit onderzoek heeft tot doel het volledig opgraven, bergen en documenteren van archeologische vindplaatsen (behoud ex situ).