ArcheoProjecten heeft in maart 2017 een bureauonderzoek en inventariserend Veldonderzoek uitgevoerd op de locatie Voordijk 26a te Schelluinen, gemeente Giessenlanden. Aanleiding is de voorgenomen sloop van een overkapping en nieuwbouw van een woonhuis.Op basis van het bureauonderzoek werden vanwege de ongunstige bewoningsomstandigheden geen archeologische resten verwacht uit de periode tot de Late Middeleeuwen. Het plangebied maakte deel uit van een natte rivierkom, waarin op grote schaal veenvorming plaatsvond. In de Late Middeleeuwen is dit veen op grote schaal ontgonnen. De Schelluinse Vliet is rond deze tijd aangelegd en vormde een ontginningsas. Langs deze as ontstond een bewoningslint, waarvan de oorspong eveneens teruggaat tot in de Late Middeleeuwen. Op basis van de verspreiding van gekarteerde woonheuvels, evenals uit 19e-eeuwse kaarten, lijkt de bewoning zich echter ten noorden van het plangebied te concentreren. Naar verwachting was de bodem in deze zone gunstiger voor bewoning dan het gebied waar het plangebied in ligt. Wel is het mogelijk dat hier in de beginperiode na de ontginning nog gewoond werd, maar dat deze boerderijplaatsen verlaten werden naarmate het gebied vernatte. Vandaar dat archeologische resten uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd op basis van het bureauonderzoek nog verwacht worden.Teneinde deze verwachting te toetsen en aan te vullen is in het plangebied een verkennend booronderzoek uitgevoerd. Hierbij is vastgesteld dat de ondergrond van het plangebied hoofdzakelijk uit veen en komafzettingen bestaat. De top van de komafzettingen is verstoord en bevat recent puin en glas. Er zijn geen veraarde veenlaag en/of omgewerkte c.q. opgebrachte kleilagen met vondstmateriaal aangetroffen, die kunnen duiden op bewoning in de Late Middeleeuwen en/of Nieuwe tijd. De archeologische verwachting dient daarom naar laag te worden bijgesteld.
Een Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek