In opdracht van gemeente Noordoostpolder heeft Archaeological Research & Consultancy (ARC bv), in de persoon van dr. H. Buitenhuis, een archeologisch inventariserend veldonderzoek (IVO) door middel van boringen uitgevoerd op het terrein kavel B61 te Creil, gemeente Noordoostpolder. In verband met voorgenomen aanleg van een weg en verkaveling van het terrein aan beide zijdes, zijn voor dit onderzoek de volgende doelen geformuleerd:1 Bestuderen van de bodemopbouw van het terrein door middel van grondboringen en het vaststellen van archeologisch interessante lagen in deze bodemopbouw.2 De intactheid van de top van de pleistocene zandafzettingen vaststellen.Conclusie en aanbeveling:Naar aanleiding van de verwachting dat zich in twee horizonten potentieel menselijke activiteiten kunnen hebben afgespeeld, kan geconcludeerd worden, dat beide horizonten (de top van het pleistocene zand en de top van het veenpakket) zijn verstoord. Er zijn geen resten van archeologica aangetroffen. Er kan derhalve worden gesteld dat de kans om op dit terrein, nabij de boorraai, nog intacte resten van menselijke activiteiten uit het verleden aan te treffen, uiterst gering is.Gezien de resultaten van dit onderzoek kan gesteld worden dat het terrein niet ofslechts gering van archeologische waarde is. Er moet echter wel worden gesteld dat het uitgevoerde booronderzoek slechts beperkt informatie over de opbouw van de bodem geeft. Het zou aan te bevelen zijn ook nog een extra boorraai uit te zetten, dwars op de nu uitgevoerde boorraai, om zo een beter inzicht te verkrijgen in de totale bodemopbouw van het terrein, zodat de conclusie voor de gehele kavel B61 genuanceerd kan worden.

Date: 2002