De archeologische begeleiding heeft aanwijzingen voor (restanten van) ophogingslagen opgeleverd. Ook zijn verschillende grondsporen aangetroffen, daterend uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe Tijd.Op basis van de schaarse gegevens die het onderzoek heeft opgeleverd aangaande de ophogingslagen is hier weinig met zekerheid over te zeggen. De gedocumenteerde terpophoging vertoonde geen duidelijke gelaagdheid die wijst op verschillende ophogingsfasen. Het is echter zeer de vraag of dit indicatief is voor de situatie in het gehele plangebied. De aangetroffen sporen bestaan uit sloten, kuilen en een waterput. De sloten en kuilen dateren uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd. De bakstenen waterput dateert uit de 17e-18e eeuw. Het vondstmateriaal bestaat uitsluitend uit aardewerk. Het grootste deel betreft kogelpotaardewerk uit de Late Middeleeuwen. Daarnaast zijn enkele scherven proto-steengoed aangetroffen. Dit materiaal is in Duitsland geproduceerd en dateert uit de tweede helft van de Late Middeleeuwen. Uit de Nieuwe tijd dateert een roodbakkende scherf, enkele scherven faience en een fragment porselein.Het vondstmateriaal bevond zich in de dempingslagen van de sporen. Het houdt daarom geen verband met de oorspronkelijke functie van deze grondsporen.
Date: 25/06/2014 (veldwerk)