De twee geïnterviewde zussen zijn boerendochters uit Mill. De boerderij van hun vader stond middenin de stellingen. Zij beschrijven de oude boerderij en vertellen over de mobilisatie.Op 10 mei 1940 moest het gezin naar Uden evacueren. Daar logeerde men op een boerderij. Toen men terugkeerde naar Mill was de boerderij van de vader verwoest. Men logeerde eerst bij familie, dan bij buren.In de zomer van 1940 werden een noodwoning en een noodstal gebouwd uit stellinghout. Twee kinderen (waarvan een van de zussen) betrokken de noodwoning niet, maar logeerden eerst bij familie, dan bij gastgezinnen in Mill. De geïnterviewden beschrijven de noodwoning en vertellen over het alledaagse leven in de noodwoning (o.a. over de werkverdeling tussen mannen en vrouwen).In november 1941 was de nieuwe wederopbouwboerderij klaar. De geïnterviewden beschrijven de wederopbouwboerderij en het alledaagse leven daarin.De geïnterviewden maken deel uit van de ervaringsgemeenschap van boerinnen en boerendochters tijdens de Tweede Wereldoorlog die vertellen over het leven in noodwoningen.
Date Submitted: 2009-05-14
Een boerderij is meer dan een woning. Ze verschaft een inkomen, maar vertegenwoordigt vaak ook een familiegeschiedenis, traditie en identiteit. Het verlies van een boerderij is voor betrokkenen daarom zeer ingrijpend. Dit lot trof in de Tweede Wereldoorlog duizenden boerengezinnen. In totaal werden in de jaren ’40-’45 in Nederland meer dan 8.000 boerderijen verwoest.Boerinnen en boerendochters vormen een speciale groep oorlogsgetroffenen. Juist zij vervulden op de boerderij veel taken en waren er op een bijzondere manier mee verbonden.Het Meertens Instituut heeft boerinnen en boerendochters geïnterviewd in Groesbeek, Mill en de Grebbelinie. Het resultaat is een verzameling van twaalf persoonlijke verhalen over de verwoestingen tijdens de oorlog, het dagelijks leven in noodwoningen en de wederopbouw.De interviews belichten verschillende perspectieven: de tienerdochter, de boerenmeid, de dochter die naar een pleeggezin moest, de arbeidersdochter en boerendochter die niet van een boerderij kwamen, maar de verwoestingen en het leven in een noodwoning van nabij meemaakten. Bijzonder is dat de meeste vrouwen niet eerder hun verhaal hebben verteld.