In opdracht van CroonenBuro5 heeft Antea Group in juni 2014 een archeologisch onderzoek uitgevoerd. Het betreft de omgevingsvergunningaanvraag voor het slopen van een woning en schuren en de herbouw van een woning aan de Empelseweg 32 in Rosmalen, gelegen in de gemeente 's-Hertogenbosch. In het kader van de omgevingsvergunning worden diverse onderzoeken uitgevoerd, waaronder archeologie. In het vigerende bestemmingsplan Kanaalpark is het perceel verbeeld als onderdeel van een zone met een archeologische verwachting ligt waardoor archeologisch onderzoek noodzakelijk is bij bodemingrepen. Op de gemeentelijke beleidskaart van 's-Hertogenbosch ligt het plangebied in een zone met een hoge verwachting (zone 5A) op verspreide nederzettingen en grafvelden uit de prehistorie, Romeinse tijd en middeleeuwen verwacht kunnen worden. Hiervoor geldt dat voor alle bodemingrepen groter dan 100 m² en dieper dan 0,50 m onder het huidige maaiveld een omgevingsvergunning vereist is.Op basis van het archeologisch bureauonderzoek blijkt dat het plangebied op de overgang ligt van de rivierkleigronden naar de hoger gelegen dekzanden. Binnen het plangebied bewoningsresten kunnen voorkomen vanaf met name de bronstijd. Indien een dekzandkopje aanwezig is kunnen ook resten van jagers-verzamelaars worden verwacht. Lange tijd heeft het plangebied onderdeel uitgemaakt van de Beerse Overlaat en is mogelijk (verschillende malen) overstroomd geweest waardoor mogelijke vindplaatsen zijn aangetast.Op basis van de resultaten van het booronderzoek blijkt dat onder het opgebrachte pakket nog (deels)intacte bodems aanwezig zijn. Er zijn echter geen aanwijzingen aangetroffen die de aanwezigheid van een dekzandkop(je) doen vermoeden waardoor resten van jagers-verzamelaars vindplaatsen al laag kunnen worden ingeschat. Het aangetroffen bodemdek kan geïnterpreteerd worden als een gooreerdgronden of vlakvaaggronden. Dit waren laaggelegen gronden die niet het meest geschikt waren voor bewoning en een bijstelling naar een lage archeologische verwachtingswaarde rechtvaardigt. Aanvullend merken we op dat ter hoogte van de bodem zeer waarschijnlijk tot zeker 0,2 m in de c-horizont geroerd. Wij adviseren op basis van de resultaten dan ook dat het gehele plangebied worden kan vrijgegeven voor de voorgenomen ontwikkeling.