Dunea is voornemens de spoelwaterverwerking bij het pompstation Scheveningen her in te richten. Daarbij zullen nieuwe puttenseries en een nieuwe spoelplas worden gerealiseerd.Omdat met name laatstgenoemde van deze werkzaamheden de mogelijk in het onderzoeksgebied aanwezige archeologische waarden zal verstoren, heeft het bevoegd gezag besloten om na het bureauonderzoek aanvullend archeologisch onderzoek uit te voeren in de vorm van eenverkennend/karterend booronderzoek. Dit onderzoek is uitgevoerd op 22, 24 en 25 augustus.Daarbij is vast komen te staan dat in het plangebied sprake is van een nagenoeg intacte bodemopbouw. Alleen in het centrale deel van het onderzoeksgebied, de locatie waar een nieuwe spoelinstallatie zal worden aangelegd, is het bovenste deel van de bodemopbouw geroerd, tot een maximale diepte van 3 m +NAP. De bodemopbouw bestaat uit zand behorende tot het Laagpakket van Zandvoort, eventueel op Hollandveen. In deze bodemopbouw zijn oude oppervlakken (bodems) aangetroffen die zijn bemonsterd en gezeefd op het voorkomen van archeologische indicatoren. Deze zijn niet aangetroffen, waardoor in overleg met bevoegdgezag is besloten af te zien van aanvullend karterend booronderzoek.Op grond van het ontbreken van archeologische indicatoren wordt verder elk archeologisch onderzoek in het onderzoeksgebied niet zinvol geacht. Omdat het plangebied echter ruimer is dan het centraal daarin gelegen onderzoeksgebied, kan alleen het centrale deel worden vrijgegeven. De rest van het plangebied wordt in de ons nu bekende plannen niet verstoord.
Inventariserend veldonderzoek, verkennende boringen