Inleiding
In opdracht van Ark Natuurontwikkeling heeft RAAP in juli 2021 een archeologisch bureauonderzoek en
verkennend booronderzoek uitgevoerd voor het onderzoeksgebied Weerterbeek perceel 1 aan de
Vetpeelweg in de gemeente Weert. In een groter gebied, namelijk het totale plangebied, zijn plannen
om het maaiveld circa 40 cm te verlagen en om de drainage te verwijderen. Alleen het
onderzoeksgebied is volgens de gemeentelijke beleidskaart en het bestemmingsplan
onderzoeksplichtig. Het onderzoek vond plaats in het kader van een omgevingsvergunning.
Bureauonderzoek
Op basis van het bureauonderzoek blijkt dat het onderzoeksgebied zich bevindt op de overgang van de
hoger gelegen dekzandgronden in het noorden en de lager gelegen en nattere gronden in het zuiden en
westen. In het gebied komen dekzandwelvingen voor met in het oosten veldpodzolgronden en in het
westen broekeerdgronden. Op basis van het AHN lijkt het gebied te zijn geëgaliseerd en mogelijk ook
te zijn afgegraven. In en in de directe omgeving van het onderzoeksgebied zijn vuursteenvondsten
aangetroffen uit voornamelijk het mesolithicum. Op basis van historische kaarten blijkt dat het
onderzoeksgebied dienst deed als heide tot circa 1928, toen het gebied werd ontgonnen. In 2016 -2017
hebben graafwerkzaamheden plaatsgevonden waarbij een poel is aangelegd in het oostelijke deel van
het onderzoeksgebied.
Veldonderzoek
Op basis van veldonderzoek blijkt dat het landschap in het onderzoeksgebied bestaat uit
fluvioperiglaciale afzettingen met daaroverheen dekzand. In het dekzand of in de fluvioperiglaciale
afzettingen heeft zich vervolgens een bodem gevormd. Alleen in de oorspronkelijk lager gelegen zones
is nog een B- en BC-horizont aanwezig. Het hele onderzoeksgebied is afgegraven en geëgaliseerd. De
drainage is in geen enkele boring of profielputje aangetroffen.
Gespecificeerde archeologische verwachting
Doordat het onderzoeksgebied is afgegraven en geëgaliseerd, zijn juist de hoger gelegen, en
archeologisch gezien de meest waardevolle locaties, verdwenen. Op basis hiervan worden in het hele
onderzoeksgebied geen archeologische resten meer verwacht voor kampementen uit het laat
paleolithicum en mesolithicum. Ter hoogte van de vindplaatscontour op de archeologische
verwachtingskaart zijn eveneens geen intacte profielen meer aangetroffen, zodat ook specifiek hier
geen (intacte) resten meer verwacht worden. Verder blijkt op basis van het veldonderzoek dat in het
gebied geen moerige gronden voorkomen, waardoor de verwachting voor natte archeologie bijgesteld
kan worden naar laag. De aanwezigheid van resten van randactiviteiten kan niet helemaal uitgesloten
worden. Deze zullen alleen nog in de zones met een B- of BC-horizont redelijk bewaard zijn, elders
zullen ook deze resten bij egalisatie of afgraving verdwenen zijn. De informatiewaarde van deze
archeologische resten is in het algemeen laag.
Advies
Op basis van dit onderzoek blijkt dat in het onderzoeksgebied geen waardevolle intacte archeologische
resten meer worden verwacht. Alleen (intacte) resten van randactiviteiten kunnen niet helemaal
uitgesloten worden. Aangezien de informatiewaarde van deze resten is in het algemeen laag is, wordt
er geadviseerd om het hele onderzoeksgebied vrij te geven. Daarnaast adviseren wij om de
dubbelbestemming in het onderzoeksgebied (‘Waarde-Archeologie middelhoog’ en ‘WaardeArcheologie hoog’) op te heffen.
Indien bij de uitvoering van de werkzaamheden onverwacht archeologische resten worden
aangetroffen, dan is conform artikel 5.10 van de Erfgoedwet aanmelding van de desbetreffende
vondsten bij de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap c.q. de Rijksdienst voor het Cultureel
Erfgoed verplicht (vondstmelding via ARCHIS).
Dit rapport geeft (selectie)adviezen. Het is aan de bevoegde overheid, de gemeente Weert, deze al dan
niet over te nemen in de vorm van een (selectie)besluit.