Het doel van het verkennend booronderzoek is het bepalen van de bodemopbouw om na te gaan of de bodem inderdaad verstoord is door mengwoelen en diepploegen of dat de bodem toch nog intact is en archeologische resten kan bevatten. Mocht de bodem intact zijn dan geldt een brede archeologische verwachting voor resten uit het laat-paleolithicum tot en met de middeleeuwen. Uit het verkennend booronderzoek is gebleken dat de bodem inderdaad sterk geroerd is. De verstoringsdiepte varieert tussen de 35 en 80 cm-mv. Ook bij de ondiepe verstoring is sprake van een verstoring tot in de C-horizont en zijn geen andere bodemhorizonten aangetroffen zoals bijvoorbeeld een overgangs- of inspoelingslaag (BC- respectievelijk B horizont). Bij het ploegen van de bodem zijn eventueel aanwezige archeologische resten vernietigd.
Issued: 2015-11-19