SamenvattingTransect heeft in juli 2014 een archeologisch vooronderzoek uitgevoerd in een plangebied aan de Buitenweistraat in Hardinxveld (gemeente Hardinxveld-Giessendam). De aanleiding voor het onderzoek is de aanvraag van een omgevingsvergunning ten behoeve van de nieuwbouw van een bedrijfsverzamelgebouw. Bij de voorgenomen werkzaamheden zal grondverzet plaatsvinden, waardoor de oorspronkelijke bodem en daarmee eventueel aanwezige archeologische resten in het gebied kunnen worden verstoord.Op basis van het vooronderzoek zijn de volgende conclusies te trekken:1) Op basis van het bureauonderzoek is vastgesteld dat voor het plangebied een middelhoge verwachting geldt op de aanwezigheid van archeologische resten uit de periode Romeinse Tijd tot en met de Late Middeleeuwen. Deze verwachting is gebaseerd op het voorkomen van oever- en beddingafzettingen van de Merwede. Er zijn echter geen onderzoeken in de directe omgeving bekend of vondsten gedaan, die meer informatie kunnen verschaffen over de eventuele aanwezigheid van archeologische resten in het plangebied.2) Op basis van historisch kaartmateriaal is vastgesteld dat het plangebied altijd onbebouwd is geweest, voordat het industrieterrein is aangelegd in de jaren ’70 van de vorige eeuw. Het geraadpleegde historisch kaartmateriaal laat ter plaatse van het plangebied uitsluitend weiland zien. Vermoedelijk hangt dit samen met de buitendijkse ligging ervan. Alle historische bebouwing ligt namelijk juist op dan wel ten noorden van de (oude) rivierdijk. De verwachting op nederzettingsresten uit de Late Middeleeuwen (van na de bedijking) en de Nieuwe Tijd is daarmee laag.3) Op grond van het veldonderzoek is vastgesteld dat in het plangebied tot een diepte van 2,5 m –Mv uitsluitend matig grof ophoogzand aanwezig is. Het zand is vermoedelijk in de jaren ’60 van de vorige eeuw opgespoten vanuit de rivier (getuige de aanwezigheid van waterbodemslib). Het was niet mogelijk dit pakket te doorboren. Op basis van twee milieukundige boringen, die ten zuiden van het plangebied gezet zijn, valt af te leiden dat onder het zand vermoedelijk geulafzettingen liggen. Daar was het ophoogpakket dunner. De kans is hiermee groot dat ook in het plangebied dergelijke afzettingen onder het zand aanwezig zijn. Ze zullen naar verwachting wel ernstig zijn verdrukt door het bovenliggende ophoogpakket.Concluderend geldt een lage verwachting op het aantreffen van archeologische vindplaatsen uit de periode Romeinse tijd – Nieuwe tijd.AdviesIn het plangebied bestaat het voornemen een bedrijfsverzamelgebouw te realiseren. Er bestaat op grond van het archeologisch onderzoek geen aanleiding te veronderstellen dat zich hier archeologische (nederzetting-)resten in de bodem bevinden. Op grond van de lage verwachting van het plangebied zijn in het kader van de nieuwbouw geen aanvullende maatregelen noodzakelijk. Bovendien blijven de graafwerkzaamheden in het plangebied beperkt tot het opgebrachte pakket zand (<2,5 m –Mv), waardoor geen natuurlijke afzettingen zullen worden verstoord.