Samenvatting In opdracht van Burpee NL B.V. heeft ArGeoBoor een verkennend en karterend booronderzoek uitgevoerd op de locatie Pruimendijk 91 te Ridderkerk (Gemeente Ridderkerk). De aanleiding van het onderzoek is de nieuwbouw van een bedrijfsloods met een omvang van 336 m2. Bij de voorziene werkzaamheden zal de bodem geroerd worden waar dit mogelijk nog niet eerder gebeurd is. Eventueel aanwezige archeologische resten kunnen hierbij verstoord worden. Voorafgaand aan het veldonderzoek is een PvE opgesteld. Hierbij is de volgende archeologische verwachting geformuleerd. Voor het plangebied geldt dat er een grote kans is op de aanwezigheid van sporen uit de Romeinse tijd en late middeleeuwen. Archeologische resten worden verwacht binnen 2,0 m –mv in het bodemtraject van onder de bouwvoor tot in de top van het Hollandveen Laagpakket (Formatie van Nieuwkoop). Voor de genoemde perioden gaat het om nederzettingsterreinen en om sporen van inrichting en agrarisch gebruik van het gebied. Voor de Romeinse tijd geldt dat ook constructies als dammen met duikers in het gebied aanwezig kunnen zijn. Uit de Romeinse tijd kunnen tevens grafvelden worden verwacht. De nederzettingsterreinen uit de Romeinse tijd en late middeleeuwen kenmerken zich door het voorkomen van een veelal donker gekleurde, humeuze, vondstrijke ‘vuile’ laag. In het niveau kunnen aardewerk, verbrand en onverbrand bot, natuursteen, glas, metaal, bewerkt hout, as, houtskool, fosfaat, mest en dergelijke voorkomen. In en onder zo’n vondstlaag kunnen zich resten van constructiehout bevinden. Het vondstmateriaal van nederzettingsterreinen uit de late middeleeuwen B (en eventueel Nieuwe tijd) is grotendeels vergelijkbaar met dat van de eraan voorafgaande perioden, maar komt in grotere dichtheden voor. Aan het vondstenlijstje kunnen bouwmaterialen als baksteen worden toegevoegd. Uit de drie uitgevoerde boringen is naar voren gekomen dat de natuurlijke bodem is opgebouwd uit oeverafzettingen die rond 1,3 m-mv overgaan in sterk siltige klei met dunne zandbandjes. De bovenzijde van de oeverafzettingen is tot een diepte van 0,4 à 0,7 m -mv geroerd. De hieronder gelegen sterk gelaagde afzetting is geïnterpreteerd als een (rest)geulvulling. Rond 3,5 m –mv gaat deze laag geleidelijk over in matig fijn tot matig grof beddingzand, dat tenminste doorloopt tot een diepte van 4,5 m –mv. De aangetroffen afzettingen behoren tot de stroomgordel van de Oude Waal, waarvan de afzettingen geologisch zijn ingedeeld bij de Formatie van Echteld. Er zijn binnen de oeverafzettingen of geulafzettingen geen archeologische niveaus en/of indicatoren aangetroffen, die duiden op de aanwezigheid van een archeologische vindplaats binnen het plangebied. Het wordt aanbevolen om geen archeologische vervolgonderzoek binnen het plangebied uit te voeren. ArGeoBoor wijst erop dat men bij bodem verstorende activiteiten verplicht is om eventuele vondsten en grondsporen te melden bij de Minister van OCW conform artikel 53 van de Monumentenwet uit 1988. In dit geval wordt aangeraden om indien bij het herkennen van vondsten en grondsporen contact op te nemen met de Gemeente Ridderkerk en BOOR.
Issued: 2015-06-18