Tijdens de archeologische begeleiding van de aanleg van een insteekhaven op de voormalige locatie van cultureel centrum De Klameare aan Skil 6a te Workum zijn diverse archeologische sporen en vondsten aangetroffen. Deze vondsten en sporen dateren uit drie verschillende periodes: de 14e eeuw (kuil en vondstmateriaal), 16e/17e eeuw (gracht, sloot en een deel van een tweede gracht of ander waterwerk) en 19e eeuw (een waterput en een waterkelder). De op het terrein aangetroffen gracht is niet bekend uit historische bronnen. Omdat de gracht aan één zijde voorzien is geweest van beschoeiingen en mogelijk ook steigers is de meest logische verklaring dat deze heeft gediend als haven- en/of overslagplaats van goederen. Op basis van vondsten uit de vullingen van de gracht, bestaande uit stadsafval, zijn de vóór 1650 gedempt. De sloot en mogelijke tweede gracht zijn in de 17e eeuw gedempt. In het noordelijk vervolg van de gracht, dat na de begeleiding is onderzocht is door amateurarcheologen van het Archeologisch Steunpunt Sneek, is een aanzienlijke hoeveelheid vondsten uit de gracht verzameld, met een doorlooptijd tot in de 18e eeuw. Het restant van de gracht is dus lange tijd gebruikt als afvalstort en/of beerput. De 19e-eeuwse sporen zijn te koppelen aan uit historische bronnen bekende bebouwing op het terrein. In zowel de 15e en 16e eeuw als in de periode tussen 1650 en de 19e eeuw is er waarschijnlijk geen sprake van bewoning op het terrein en is het vermoedelijk in gebruik als tuin of grasland.Uit uitgevoerd vooronderzoek is gebleken dat zich aan de zuid- en oostkant van de bebouwing van De Klameare archeologische waarden in de bodem bevinden, namelijk een (tenminste) 19e-eeuwse gracht en de resten van een gebouw dat vanaf het eind van de eerste helft van de 19e eeuw op het terrein heeft gestaan. Aanvullend onderzoek door de amateurarcheologen wijst op de aanwezigheid van een laatmiddeleeuws erf in het noordelijk deel van het onderzoeksgebied.