MUG ingenieursbureau adviseert om binnen het onderzoeksgebied een verkennend archeologisch booronderzoek uit te voeren van zes boringen per ha.
Het westelijke deel van het onderzoeksgebied ligt binnen een zone met essen waarvoor een hoge archeologische verwachting geldt. Het oostelijke deel van het onderzoeksgebied ligt in een dalvormige laagte waarin een beek aanwezig is. De noordelijke bebouwing in het plangebied ligt op een hogere zandkop.
Indien er daadwerkelijk sprake is van esgronden en een zandkop in het plangebied kan niet uitgesloten worden dat er in deze gebieden archeologische resten aanwezig zijn. De archeologische resten kunnen dateren uit het paleolithicum en mesolithicum tot en met Romeinse tijd en late middeleeuwen. Binnen de dalvormige laagte kunnen op de oevers van de beek en in de beekvullingen ook watergerelateerde vondsten aanwezig zijn.
Op basis van het bovenstaande advies neemt de bevoegde overheid, de gemeente Ommen, het besluit over het uitvoeren van het voorgestelde archeologisch vervolgonderzoek.