In opdracht van Bouwbedrijf van Grunsven heeft BAAC bv (onderzoeks- en adviesbureau voor Bouwhistorie, Archeologie, Architectuur- en Cultuurhistorie) te ‘s-Hertogenbosch op 2 en 3 juni 2015 een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd in plangebied Centrum-Oost te Boekel. Aanleiding voor het onderzoek is de voorgenomen bouw van woningen in het plangebied waarbij een gerede kans bestaat dat archeologische waarden vernietigd zullen worden.Tijdens het veldwerk bleek dat een groot deel van het plangebied verstoord is. In het zuidelijk deel van het plangebied is de bodem afgegraven en de bovengrond verrommeld. Afgezien van een greppel en een fragment aardewerk zijn in het zuidelijk deel van het plangebied geen sporen en ook geen vondsten aangetroffen. Eventuele archeologische waarden zullen hier zijn vergraven. Het noordelijk deel van het plangebied geeft een ander beeld weer. Deze hoger gelegen zone met dekzand was geschikt voor bewoning. In de werkputten 2 en 3 is een esdek aanwezig, met daaronder nog een deels intact bodemprofiel. Het esdek is vermoedelijk in de late middeleeuwen of nieuwe tijd opgeworpen. Het dek heeft een conserverende werking gehad waardoor sporen ouder dan de late middeleeuwen beschermd en buiten bereik van de ploeg zijn gebleven. In deze zone zijn dan ook sporen en vondsten aangetroffen. Afgezien van de paalsporen zijn ook nog kuilen, greppels en een karrenspoor blootgelegd. De paalsporen en kuilen wijzen op gebruik van het terrein in de periode vanaf de ijzertijd tot in de middeleeuwen. De sporen zouden mogelijk in de periferie van de ijzertijdnederzetting van naastgelegen opgraving liggen (opgraving Boekel-Parkweg). Deze nederzetting is in de vroege ijzertijd gedateerd. De overige greppels, karrensporen en een kuil zijn toe te wijzen aan zogenaamde off-site structuren. Op basis van de aard van de sporen, de vulling, de ligging ten op zichte van het esdek en het aardewerk worden deze sporen in de late middeleeuwen en nieuwe tijd gedateerd.Het advies van BAAC bv is om het noordelijk deel van het plangebied te beschermen middels behoud in situ en indien dit niet mogelijk is door behoud ex situ door middel van een opgraving. De te behouden vindplaats is circa 3540 m2 groot en ligt ter hoogte van werkput 2 en 3 en een deel van werkput 4. Voor de zuidelijke helft van het plangebied is het advies van BAAC bv om dit vrij te geven voor verder ontwikkeling.
Date: 2016-10