Bij het onderzoek zijn verspreid over het terrein in totaal acht boringen gezet met een maximale diepte van 3,0 m onder maaiveld. Ter plekke zijn voornamelijk onder natte omstandigheden gevormde afzettingen aangetroffen. Alleen in boring 2 is, op een diepte van 0,4 tot 0,85 m onder maaiveld, een ophogingslaag aanwezig. Deze laag is echter waarschijnlijk subrecent en zeer lokaal. Ook zal ter plekke van deze boring niet gebouwd worden. Geadviseerd wordt dan ook af te zien van archeologisch vervolgonderzoek of planaanpassing.
Issued: 2017-03-01