Mevrouw Utermöhlen geboren in 1919, heeft in de winter 1944 / het voorjaar 1945 een Duitse officier in huis ingekwartierd gehad. Mevrouw Utermöhlen werkte in een apotheek toen de oorlog uitbrak. Haar broer is opgepakt voor de arbeidsinzet en naar Duitsland afgevoerd. Zelf vertrok ze naar Amsterdam om daar in een apotheek te werken. In november 1944 is haar ouderlijk huis echter beschoten waarbij haar ouders gewond raakten, en is zij teruggekeerd naar haar ouderlijk huis om voor haar ouders te zorgen.Ergens in de periode daarna kreeg de familie een Duitse officier ingekwartierd. De familie had weinig last van hem, maar de inkwartiering werd wel als een inbreuk op het persoonlijk leven ervaren.Na de bevrijding kreeg de familie een Canadees ingekwartierd. Dit was een erg aardige man met wie de familie het goed kon vinden. Ook kwam toen de broer van mevrouw Utermöhlen terug uit Duitsland. Hij bleek getrouwd te zijn met een Duitse vrouw.Mevrouw Utermöhlen heeft nooit iets gemerkt van de Jodenvervolging. Ook kende ze niemand in de omgeving die lid was van de NSB, en ook kende ze geen vrouwen die een relatie met een Duitser hadden.Er komen enkele onderwerpen van publieke discussies ter sprake: het optreden van Johan Heesters, de Drie van Breda en de ervaringen van NSB-kinderen.
Files not yet migrated to Data Station. Files for this dataset can be found at https://easy.dans.knaw.nl/ui/datasets/id/easy-dataset:41416.
Mevrouw U. heeft een dag na het interview nog een aanvullend verhaal verteld: haar oma van moederskant woonde in Nijmegen. Toen Nijmegen bevrijd was, is haar oma de straat opgegaan alhoewel dat werd afgeraden. Ze is toen (waarschijnlijk) op een granaat of bom gaan staan en er is nooit meer iets van haar gevonden. Er was ook geen begrafenis.