Hoewel de proefsleuven geen archeologische resten hebben opgeleverd, kan dit proefonderzoek geenszins indicatief zijn voor de nog niet onderzochte deelgebieden in het totale plangebied. Hoewel de variatie ten opzichte van NAP gering is, lopen beide in de proefsleuven waargenomen vegetatiehorizonten op in oostelijke richting. Dit sluit aan op de oostelijk van de proefsleuven gelegen Deilse stroomgordel en de meandergordel van de Linge met daarop de hoger gelegen historische kern van Tricht en de in 1979 aangetroffen nederzettingssporen in de wijk Hoeken-burg. De afstand tussen deze locaties en de oorspronkelijk voor het oostelijke deel van deelgebied 3 en deelgebied 4 geplande proefsleuven is slechts gering. Dat met de oplopende hoogte de archeologische verwachting toeneemt lijkt te worden bevestigd door archeologische indicatoren in de vorm van gebiedsvreemde grindjes die tijdens het in 2015 uitgevoerde booronderzoek in het oostelijk deel van deelgebied 3 zijn aangetroffen.
Proefsleuvenonderzoek fase 1, werkputten 4, 5 en 6