Uit het booronderzoek is gebleken dat het plangebied in een komgebied ligt, waarvan hetbovenste pakket uit komkleien bestaat, die overgaan in een veenpakket. Alleen in boring 4 en 8 is een poldervaaggrond aangetroffen, waarvan het oorspronkelijke maaiveld op een diepte ligt vanrespectievelijk 65 en 85 cm beneden maaiveld. De kans dat er tussen 200-400 cm benedenmaaiveld rivierduinen aanwezig zijn wordt zeer klein geacht. De veldresultaten bevestigen despecifieke archeologische verwachting uit het bureauonderzoek. Dit betekent dat lage verwachtinguit het bureauonderzoek voor vuursteenvindplaatsen van jagers-verzamelaars uit het Laat-Paleolithicum tot en met Mesolithicum kan worden gehandhaafd en dat voor de periodenNeolithicum tot en met de Nieuwe tijd geen verwachting blijft gelden.
Issued: 2015-07-16