BERNARD DE GRAAF (NL) Bernard werd naar het Feijenoordstadion gebracht waar hij zijn muts af moest nemen uit respect voor Duitse officieren. Om dat te voorkomen, deed hij zijn muts eerder af en stopte hem in zijn binnenzak. Met een rijnaak werd hij naar Amsterdam gebracht en vandaar naar Kampen. Onderweg horde hij allerlei praatjes als: 'Het front nadert en ze gebruiken ons als schild...'. Het was angstig, vond Bernard. Halverwege de treinreis naar Groningen werd er geschoten en op het station werden lichamen weggedragen. In Emden moesten ze puin bikken. Vanwege het slechte eten ging Bernard bedelen in de omgeving. Met de trein richting Lehr werden wagons in brand geschoten en ze gingen te voet verder. 's Avonds bleek de bewaking verdwenen te zijn en Bernard ging met een groepje weer terug richting Groningen. Na een uiterst gevaarlijke tocht arriveerde hij in Rotterdam waar hij een uitgebrande Laurenskerk zag, iets dat wat hem diep trof. Bernard woont nu in een appartement recht tegenover de gerestaureerde kerk, precies op de plek waar hij vroeger werkte.
Inhoud bestand _data:Verslag van geïnterviewde van razzia tot bevrijding, getiteld´Herinneringen aan de razzia van 10 november 1944 te Rotterdam van Bernard de Graaf’.
SAMENVATTING ONDERWERP. Op de avond van 9 november 1944 werd er een cordon rond Rotterdam en Schiedam gelegd door het Duitse leger. Alle belangrijke bruggen en strategische punten waren afgezet, trams reden niet meer en het telefoonverkeer was geblokkeerd. Op de twee daarop volgende dagen werden ruim 52.000 Rotterdammers en Schiedammers tussen de zeventien en veertig jaar oud opgepakt en afgevoerd richting Duitsland om daar dwangarbeid te verrichten in veelal beroerde omstandigheden.De Razzia van Rotterdam is een van de grootste klopjachten die het Duits Nationaalsocialistische regime heeft gehouden. Het verzetsblad Vrij Nederland reageerde dan ook geschokt, het schreef op 14 december 1944: ‘Vijftigduizend Nederlandse mannen laten zich als schapen wegvoeren en evenzoveel vrouwen zien toe hoe hun mannen en zoons weerloos naar Hitlers slachtbank worden geleid’.Het project Reis van de Razzia is gebaseerd op gefilmde getuigenissen van mannen die de razzia en de daaropvolgende reis hebben meegemaakt, om een hiaat in de geschiedschrijving te vullen en om inzicht te geven in de gebeurtenissen aan de hand van het thema "Handelingsruimte van een individu in een samenleving onder druk".
BERNARD DE GRAAF (EN) Bernard was taken to the Feijenoord stadium where he had to take off his cap out of respect for German officers. To prevent this, he took off his cap earlier and put it in his inside pocket. He was taken to Amsterdam by barge and from there to Kampen. On the way he heard all kinds of talk such as: 'The front is approaching and they are using us as a shield...'. It was scary, Bernard thought. Halfway through the train journey to Groningen there was shooting and bodies were carried away at the station. In Emden they had to chip rubble. Because of the bad food Bernard went begging in the area. On the train to Lehr wagons were set on fire and they continued on foot. In the evening the guards appeared to have disappeared and Bernard went back to Groningen with a group. After an extremely dangerous journey he arrived in Rotterdam where he saw a burnt-out Laurenskerk, something that deeply affected him. Bernard now lives in an apartment directly across from the restored church, exactly where he used to work.
File contents _data:Report of interviewee from raid to liberation, entitled 'Memories of the raid of 10 November 1944 in Rotterdam by Bernard de Graaf'.
SUMMARY OF THE SUBJECT. On the evening of 9 November 1944, a cordon was placed around Rotterdam and Schiedam by the German army. All important bridges and strategic points were closed off, trams were no longer running and telephone traffic was blocked. On the following two days, more than 52,000 Rotterdammers and Schiedammers between the ages of seventeen and forty were arrested and taken to Germany to perform forced labour there, often in appalling conditions.
The Rotterdam Raid was one of the largest manhunts that the German National Socialist regime ever conducted. The resistance newspaper Vrij Nederland reacted with shock, writing on 14 December 1944: ‘Fifty thousand Dutch men let themselves be led away like sheep and just as many women watch as their husbands and sons are led defenceless to Hitler’s slaughterhouse’.
The project Journey of the Razzia is based on filmed testimonies of men who experienced the raid and the subsequent journey, to fill a gap in the historiography and to provide insight into the events based on the theme "Maneuverability of an individual in a society under pressure”.
BERNARD DE GRAAF (DE) Bernard wurde ins Feijenoord-Stadion gebracht, wo er aus Respekt vor den deutschen Offizieren seine Mütze abnehmen musste. Um das zu verhindern, nahm er seinen Hut früher ab und steckte ihn in die Innentasche. Er wurde per Lastkahn nach Amsterdam und von dort nach Kampen gebracht. Unterwegs hörte er allerlei Gerede wie: „Die Front rückt näher und sie benutzen uns als Schutzschild ...“. Es war beängstigend, dachte Bernard. Auf halber Strecke der Zugfahrt nach Groningen wurden am Bahnhof Schüsse abgefeuert und Leichen weggetragen. In Emden mussten sie Bauschutt aufsammeln. Wegen des schlechten Essens begann Bernard in der Gegend zu betteln. Im Zug Richtung Lehr wurden Waggons in Brand gesteckt und man ging zu Fuß weiter. Am Abend schien der Sicherheitsdienst verschwunden zu sein und Bernard kehrte mit einer Gruppe nach Groningen zurück. Nach einer äußerst gefährlichen Reise kam er in Rotterdam an, wo er eine ausgebrannte Laurenskerk sah, was ihn tief berührte. Bernard wohnt jetzt in einer Wohnung direkt gegenüber der restaurierten Kirche, genau dort, wo er früher gearbeitet hat.
Inhalt der Datei _data:Bericht des Befragten vom Überfall bis zur Befreiung mit dem Titel „Erinnerungen an den Überfall vom 10. November 1944 in Rotterdam durch Bernard de Graaf“.
ZUSAMMENFASSUNG THEMA. Am Abend des 9. November 1944 errichtete die deutsche Armee eine Sperre um Rotterdam und Schiedam. Alle wichtigen Brücken und strategischen Punkte wurden abgesperrt, Straßenbahnen fuhren nicht mehr und der Telefonverkehr war unterbrochen. An den beiden folgenden Tagen wurden über 52.000 Einwohner Rotterdams und Schiedams im Alter zwischen 17 und 40 Jahren festgenommen und nach Deutschland verschleppt, um dort unter oft entsetzlichen Bedingungen Zwangsarbeit zu verrichten.
Die Razzia in Rotterdam war eine der größten Menschenjagden, die das nationalsozialistische Regime in Deutschland jemals durchgeführt hat. Die Widerstandszeitung Vrij Nederland reagierte schockiert und schrieb am 14. Dezember 1944: „Fünfzigtausend Niederländer ließen sich wie Schafe abführen und ebenso viele Frauen mussten zusehen, wie ihre Männer und Söhne wehrlos zu Hitlers Schlachthaus geführt wurden.“. Das Projekt „Journey of the Razzia“ basiert auf gefilmten Zeugenaussagen von Männern, die die Razzia und die anschließende Reise miterlebt haben, um eine Lücke in der Geschichtsschreibung zu schließen und unter dem Thema „Der Handlungsspielraum eines Individuums in einer Gesellschaft unter Druck“ Einblicke in die Ereignisse zu geben.
Op de avond van 9 november 1944 werd er een cordon rond Rotterdam en Schiedam gelegd door het Duitse leger. Alle belangrijke bruggen en strategische punten waren afgezet, trams reden niet meer en het telefoonverkeer was geblokkeerd. Op de twee daaropvolgende dagen werden ruim 52.000 Rotterdammers en Schiedammers tussen de zeventien en veertig jaar oud opgepakt en afgevoerd richting Duitsland om daar dwangarbeid te verrichten in veelal beroerde omstandigheden. De Razzia van Rotterdam is een van de grootste klopjachten die het Duits nationaalsocialistische regime heeft gehouden. Het verzetsblad Vrij Nederland reageerde dan ook geschokt, het schreef op 14 december 1944: ‘Vijftigduizend Nederlandse mannen laten zich als schapen wegvoeren en evenzoveel vrouwen zien toe hoe hun mannen en zoons weerloos naar Hitlers slachtbank worden geleid’.Het project Reis van de Razzia is gebaseerd op gefilmde getuigenissen van mannen die de razzia en de daaropvolgende reis hebben meegemaakt, om een hiaat in de geschiedschrijving te vullen en om inzicht te geven in de gebeurtenissen aan de hand van het thema "Handelingsruimte van een individu in een samenleving onder druk".De getuigenissen in Reis van de Razzia zijn gedaan door mannen die nu gemiddeld 87 jaar oud zijn en indertijd, eind 1944, tussen de 17 en 21 jaar oud waren. In de getuigenissen van deze jongens valt te horen wat hun overkomen is tijdens de oorlogsjaren en wat hun handelingsruimte was ten tijde van de razzia. Maar ook hoe de ervaring van de reis van de razzia, naar Duitsland en Oost-Nederland, hun verzelfstandiging in de hand heeft gewerkt.Na de bevrijding pakten de jongens de draad weer op, in een groot aantal gevallen nog onderbroken door de politionele acties in Indonesië. Maar uiteindelijk kregen ze een eigen leven, een eigen gezin, in een Nederland dat volop in het teken stond van de wederopbouw.Het project bestaat uit 76 interviews. Ieder interview is beschikbaar als afzonderlijke dataset met een eigen Persistent Identifier. Iedere dataset is als volgt opgebouwd: Bestand .docx-bestand is de transcriptie in Word. Bestand _3, indien aanwezig, bevat een beschrijving van de route die geïnterviewde heeft afgelegd.* Soms heeft de geïnterviewde aanvullende informatie, zoals foto's of een (eerder geschreven) verslag, beschikbaar gesteld. Deze informatie is dan opgenomen als _data en/of _fotobestand in de desbetreffende dataset. De inhoud wordt beschreven in het opmerkingenveld van de dataset.