Een archeologisch bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek (IVO) aan de Plaggemarsweg te Collendoorn, gemeente Hardenberg (Ov.)

DOI

In het kader van plannen tot ontwikkeling van een terrein aan de Plaggemarsweg te Collendoorn, gemeente Hardenberg, zullen bodemverstorende ingrepen plaatsvinden. Daarom dient, voorafgaand hieraan, de archeologische waarden in en om de locatie vastgesteld te worden. Dit is in overeenstemming met het Verdrag van Malta, dat de bescherming van het cultureel erfgoed beoogt.In opdracht van het Centraal Bodemkundig Bureau (CBB) te Deventer heeft Archaeological Research & Consultancy (ARC bv) het archeologisch onderzoek uitgevoerd. Een archeologisch bureau-onderzoek werd op 8 februari 2006 door mw. drs. S.A. Mulder uitgevoerd. Het archeologische veldwerk, bestaande uit een inventariserend veldonderzoek door middel van grondboringen en een oppervlaktekartering, werd verricht op 9 februari 2006 door dr. H. Buitenhuis. Het archeologisch onderzoek is uitgevoerd in overeenstemming met de eisen die gesteld worden in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA) van het ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap, versie 2.2.Het inventariserend veldonderzoek (IVO) dient ertoe, het voorgestelde verwachtingsmodel te verifiëren en met veldwaarnemingen te completeren. Het bodemonderzoek bevestigt de verwachting dat in het noordelijkste deel van het onderzochte terrein (zie afb. 3 en bijlage 1) een esdek aanwezig is. Dit wordt bevestigd door de archeologische indicatoren als grof houtskool en verbrand bewerkt vuursteen die in de bodemmonsters uit deze laag zijn gevonden. Het esdek ligt echter scherp gescheiden op het dekzand. Vergelijking met het dekzand in het meer zuidelijke terrein laat zien dat dit dekzand een dieper deel van de C-horizont betreft. Er zijn geen aanwijzingen voor de (vroegere) aanwezigheid van een podzolbodem. Het lijkt er op, dat bij het ontstaan van het esdek de bovenkant van het dekzand sterk is verstoord. De overgang van het dekzand naar het esdek is scherp. Het vuursteen, gevonden in het esdek, kan uit het dekzand afkomstig zijn en een prehistorische datering hebben. Bij de vorming van het esdek is de top van het pleistocene zand verdwenen of volledig opgenomen in het esdek. Dit houdt in dat de laag waarin sporen van prehistorische bewoning van v´o´or de de aanleg van de es is verstoord, en onder het esdek alleen resten aanwezig kunnen zijn van diepere sporen. In het overige terrein is geen esdek aanwezig en is ook van het dekzand alleen de ijzerrijke C-horizont aanwezig. De ijzerrijkdom wijst op een zijwaartse waterverplaatsing door de bodem richting het Vechtdal. Dit doet vermoeden dat van af dit terreindeel de vochtige dalhelling begint, de eerder genoemde ‘Haver Mars’. Van de iets westelijk van het onderzoeksterrein gelegen havezathe zijn geen sporen aangetroffen.

Date: 08-02-2006 (aanvang onderzoek)

Date: 2006

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-zkv-qske
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-zkv-qske
Provenance
Creator Buitenhuis, H.; Mulder, S.A.
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor b.u.l.k. archeologie, import; ARC b.v.
Publication Year 2011
Rights CC0 1.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/publicdomain/zero/1.0
OpenAccess true
Contact b.u.l.k. archeologie, import (DANS)
Representation
Resource Type Dataset
Format application/pdf; text/xml
Size 1623109; 7004; 7824; 824; 4917
Version 1.0
Discipline Humanities