Aanleiding voor het archeologisch inventariserend veldonderzoek (IVO) in de polder Lappenvoort te Eelde zijn de werkzaamheden in het kader van de herinrichting van de benedenloop van de Drentse Aa. Er zal op verschillende plaatsen geplagd worden. Een van de locaties ligt nabij een zandkop langs de Aa waar zich mogelijk een archeologische vindplaats kan bevinden. De opdrachtgevers Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer hebben via hun uitvoerder Grontmij aan Archaeological Research & Consultancy (ARC bv) opdracht gegeven de verschillende werkzaamheden te begeleiden.Conclusie en aanbeveling:De te plaggen diepte bedraagt ca. 20 cm onder het maaiveld. Gezien de diepte van de top van het zand wordt de top van het pleistocene zand nergens bedreigd door deze activiteiten. Ter hoogte van de eerste zandkop (sondering 34) is het aan te bevelen de te plaggen breedte niet groter dan 25 meter te maken om er zeker van te zijn dat de top van het zand niet wordt bereikt.Bij het plaggen van de bovenste 20 cm van de grond op de onderzochte locatie zal de onderliggende zandkop niet worden geraakt en hoeft er geen archeologische begeleiding plaats te vinden. Wanneer bij de uitvoering onverhoopt grondsporen en/of vondsten worden aangetroffen, dient hiervan direct melding te worden gemaakt bij de provinciaal archeoloog.
Date: 20-05-2005 (aanvang onderzoek)
Date: 2005