Ten tijde van het bombardement woonde mevrouw Marcus aan de Schiedamseweg met haar ouders. Bij het bombardement stortte een deel van het huis in terwijl mevrouw Marcus met haar zusje onder de trap stond. Haar broers waren op dat moment onderweg van school naar huis. De hele familie heeft het overleefd, maar haar vader verloor al zijn handwerk en werd lusteloos.Na het bombardement is de familie eerst gaan kijken bij de grootouders. De wandeling tussen het puin naar de Willem Beukelszoonstraat heeft een sterke indruk achtergelaten. Na een tijdelijk onderkomen bij een oom in Rotterdam verhuisde het gezin naar het tuindorp De Vaan in Rotterdam-Zuid. Mevrouw Marcus heeft eind ’45 tot de bevrijding met haar zusje bij een dominee in Groningen gewoond.
Op 31 maart 1943 vertrok een grote groep Amerikaanse bommenwerpers uit Engeland voor een missie boven Nederland. Doelwit was de haveninstallaties rond Rotterdam. Door slecht weer, moeilijke navigatie, de betrekkelijk hoge aanvliegroute en een sterke wind aan de grond kwamen ongeveer 70 zware brisantbommen terecht op de woonwijk Bospolder-Tussendijken. In de bedrijvige en dichtbevolkte buurt werden vrijwel alle huizen verwoest of beschadigd. Branden, die door de sterke wind werden aangewakkerd, konden moeilijk worden geblust vanwege een tekort aan water. De hulpverlening had door de paniek en de chaos weinig structuur. Bij het bombardement kwamen 326 Rotterdammers om. Honderden gewonden en duizenden daklozen moesten in de toch al moeilijke oorlogsomstandigheden worden opgevangen.Dit project heeft ooggetuigen van toen aan het woord gelaten. Hun verhalen brengen dit 'vergissingsbombardement' tot leven, laten zien wat de persoonlijke gevolgen waren en welke betekenis deze gebeurtenis had voor de sociale verbondenheid in de wijk. Ook komt de vraag aan de orde wat dit geallieerde bombardement betekende voor de anti-Duitse gezindheid van de betrokkenen.