Plangebied Vroeg, gemeente Bunnik, archeologisch vooronderzoek: Plangebied Vroeg, gemeente Bunnik, archeologisch vooronderzoek: proefsleuvenonderzoek

In opdracht van de provincie Utrecht heeft RAAP van 25 april tot en met 30 april 2018 een archeologisch proefsleuvenonderzoek uitgevoerd in het kader van het project ‘Romeinse Limes te Vechten’ in de gemeente Bunnik. De doelstelling van het onderzoek is het verzamelen van voldoende betrouwbare gegevens ten aanzien van de inhoudelijke en fysieke kwaliteit van de vindplaats (aard, ouderdom, omvang, gaafheid, conservering), teneinde tot een waardestelling conform KNA te kunnen komen in het kader van de aanwijzing als Rijksmonument en de voordracht als werelderfgoed bij UNESCO. Tijdens het onderzoek is over het plangebied van circa 1,1 hectare een proefsleuf aangelegd met een totaal oppervlak van 318,5 m2. Dit komt neer op een dekkingsgraad van circa 3 % van het totale plangebied. Op basis van het vooronderzoek werd in het plangebied een Romeinse vindplaats verwacht waarvan een relatie met de ten zuiden ervan gelegen vicus en castellum Fectio werd vermoed. Het proefsleuvenonderzoek heeft aangetoond dat er inderdaad sprake is van een geromaniseerde nederzetting met een militaire component. Tijdens het proefsleuvenonderzoek zijn sporen en vondsten aangetroffen uit de Romeinse tijd tot en met de 20e eeuw. Deze sporen zijn op drie verschillende niveaus gevonden, gescheiden door twee cultuurlagen. Direct onder het maaiveld kwam in het uiterste westen van WP1 een bomkrater uit de Tweede Wereldoorlog tevoorschijn. Uit de nieuwe tijd zijn twee dierbegravingen, een greppel en een sloot gevonden. Deze sporen doorsnijden de oude bouwvoor (S2001-2003) in WP2 of de cultuurlaag S1000 in WP1. In cultuurlaag S1000 is vondstmateriaal aangetroffen uit de Romeinse tijd tot en met de 19e eeuw wat er op lijkt te wijzen dat de jongste Romeinse cultuurlaag is opgenomen in een oude bouwvoor en samen een dik pakket heeft gevormd. Ook de sporen van dit niveau dateren uit verschillende perioden, van de Romeinse tijd tot en met de late middeleeuwen / nieuwe tijd. De greppels die in het profiel aan deze cultuurlaag ‘hangen’ zijn door een oudere cultuurlaag S1001 heen gegraven. Onder cultuurlaag S1001 (fase 2), waarin bijna uitsluitend Romeins materiaal is gevonden, zijn in de natuurlijke oeverafzettingen veel antropogene sporen zichtbaar die wijzen op een nederzettingsterrein, zoals de resten van een gebouw, een spieker en een waterput. Daarnaast zijn er paalsporen, kuilen en greppels aangetroffen. Gezien de overlap van sporen zal op dit niveau ook een fasering aanwezig zijn. Helaas was het niet mogelijk om de fasering door middel van de vondstdateringen verder uit elkaar te trekken. De Romeinse sporen zijn met name aanwezig in het westelijke deel van WP1. De vindplaats strekt zich binnen de werkput over iets meer dan 60 meter lengte in oostelijke richting uit. Deze zone komt overeen met de omvang van cultuurlaag S1001. Richting het oosten wordt de Romeinse vondst- en sporenconcentratie minder, verdwijnt cultuurlaag S1001 en zijn slechts enkele greppels en kuilen uit de late middeleeuwen / nieuw(st)e tijd aangetroffen. De afwezigheid van Romeinse nederzettingssporen in het oostelijke deel van het proefsleuvenonderzoek kan mogelijk worden verklaard door de aanwezige (rest)geul die op basis van het booronderzoek werd verwacht en ook door middel van een boring in het westen van WP2 is aangetoond. Uit de datering van de oerlandingsafzettingen blijkt dat deze restgeul tussen 50 – 220 na Chr (1890 +/- 30 BP) begon te verlanden. Het Romeinse materiaal uit het proefsleuvenonderzoek kent een dateringsrange van de vroege 1e eeuw die mogelijk doorloopt tot in de 3e eeuw. De nadruk ligt op het laatste kwart 1e eeuw tot het eerste kwart van de 2e eeuw. Hoewel het booronderzoek ter hoogte van de geulafzettingen geen vondsten heeft opgeleverd, is het goed mogelijk dat in de geul nog Romeinse infrastructurele werken of dumpplekken teruggevonden kunnen worden. Deze laten zich doorgaans moeilijk door middel van booronderzoek opsporen. Gelet op de oriëntatie van de greppels, de muur-uitbraaksporen en de hoeveelheid paalsporen en kuilen, loopt de vindplaats ongetwijfeld ten noorden en zuiden van WP1 door. Dit wordt onderbouwd met de resultaten van het voorgaand booronderzoek waarbij over het hele terrein (Romeinse) indicatoren zijn gevonden (Jansen & Soldaat, 2017b). Uit het specialistisch onderzoek blijkt dat het vondstmateriaal van het proefsleuvenonderzoek, en dan met name pantseronderdelen van het Romeins platenpantser en meerdere onderdelen van paardentuig, kenmerkend is voor Romeinse militaire vindplaatsen en voor nederzettingsterreinen. Wanneer de interpretatie van de vele gelijk georiënteerde greppeltjes als resten van zogenaamde striphouses of Streifenhäuser juist is, kan de hypothese dat op deze locatie resten van de vicus behorend bij castellum Fectio zijn aangetroffen met grote waarschijnlijkheid worden bevestigd. Op basis van de waardering van de aangetroffen resten, waarbij is gekeken naar zowel de fysieke als de inhoudelijke kwaliteit van de vindplaats, wordt geconcludeerd dat het gaat om een behoudenswaardige vindplaats. Op basis hiervan wordt geadviseerd de nederzettingssporen inclusief de restgeulen die de vindplaats flankeren in situ te behouden.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-zbc-f272
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-8k-hxnc
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:313604
Provenance
Creator Hakvoort, A
Publisher Data Archiving and Networked Services (DANS)
Contributor Utrecht; RAAP Archeologisch Adviesbureau
Publication Year 2023
Rights info:eu-repo/semantics/openAccess; DANS License; https://dans.knaw.nl/en/about/organisation-and-policy/legal-information/DANSLicence.pdf
OpenAccess true
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Dataset
Format jpg/jpeg file; utfv5 databestand; excel xml; geography markup language; pdf portable document format
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (5.174 LON, 52.063 LAT); Utrecht; Bunnik; Bunnik; Locatie Vroeg; 32C (kaartblad)