In het plangebied Roermondsplein is tijdens de aanleg van rioolbuizen en inspectieputten in het wegtracé een archeologische begeleiding verricht (bijlage 1, inrichtingsplannen voor het Roermondsplein). Deze begeleiding vond alleen plaats op de momenten dat er daadwerkelijk ontgraven werd. Diverse archeologische onderzoeken hebben plaatsgevonden in de directe nabijheid van het plangebied. Deze onderzoeken hebben aangetoond dat er zich archeologische waarden in het plangebied kunnen bevinden en dat de bodemopbouw deels onverstoord zou kunnen zijn beneden bestaande kabels en leidingen in het wegtracé.Eventueel aanwezige archeologische waarden zouden kunnen worden verstoord of vernietigd tijdens de graafwerkzaamheden ten behoeve van de aanleg van buizen en inspectieputten voor hemelwater- en droogweerafvoer (HWA/DWA). Om deze reden is gekozen voor een archeologische begeleiding tijdens de graafwerkzaamheden.Het huidige archeologische onderzoek richt zich op de vast- en veiligstelling van eventueel aanwezige archeologische waarden die door de bodemingrepen verloren gaan.Op basis van de archeologische verwachtingskaart van de gemeente Arnhem en de diverse onderzoeken die in de nabijheid van het Roermondsplein en Nieuwe Oeverstraat zijn uitgevoerd, gold voor het het plangebied een zeer hoge verwachting op het aantreffen van archeologische resten uit de late middeleeuwen tot en met de moderne tijd.Tijdens de graafwerkzaamheden bleek dat de bodem onder het Roermondsplein en vooral het oostelijke deel richting de Nieuwe Oeverstraat plaatselijk erg verstoord was. Het betrof met name de verstoring van de bovenste bodemlagen als gevolg van kabels, leidingen en riolering, maar ook wegverharding en recente zandophogingen. Buiten of onder de verstoringen waren vooral in het westelijke deel, ter plaatse van het Roermondsplein, archeologische resten aanwezig.Van de oorspronkelijke bodem van het plangebied is echter niets waargenomen. De natuurlijke ondergrond bevindt zich op grotere diepte dan de aangelegde sleuven.De archeologische vindplaats die is aangetroffen kan naar periode worden ingedeeld in drie fasen. De eerste fase betreft de 14e tot en met de 18e eeuw en bestaat uit een keienstraatje en vondstmateriaal dat is verzameld uit ophogingslagen. Deze ophogingslagen vormden een metersdik pakket.De tweede fase beslaat de periode 1740-1832. De aangetroffen structuren betreffen twee waterputten. Deze behoorden bij woningen binnen het bolwerk op de locatie. Deze zijn met het gestaag slechten van de verdedigingswerken rond de stad verdwenen en hebben plaats gemaakt voor andere bebouwing die weer na de Tweede Wereldoorlog is gesloopt.De derde fase betreft de moderne tijd tussen 1832 en heden. De restanten uit deze periode bestaan uit ophogingslagen en recente verstoringen als gevolg van de aanleg van kabels en leidingen, maar ook uit puinlagen die het restant zijn van de herinrichting van het Roermondsplein na de verwoestingen die daar en in grote delen van Arnhem zijn aangericht als gevolg van de strijd in de Tweede Wereldoorlog. De sporen uit deze meest recente periode zijn in dit geval niet behoudenswaardig.
Issued: 2018