Samenvatting In opdracht van G.A.M. van Leeuwen beheer b.v. in samenwerking met ArcheoWest BV heeft ArGeoBoor een bureauonderzoek en een verkennend booronderzoek uitgevoerd op de locatie Oranjelaan 24 te Den Hoorn (Gemeente Midden-Delfland). De aanleiding van het onderzoek is de aanvraag van een omgevingsvergunning voor de bouw van twee woningen in een plangebied met een oppervlakte van 1.200 m2. Bij de voorziene werkzaamheden bestaat de kans dat de bodem geroerd wordt op plaatsen waar dit mogelijk nog niet eerder gebeurd is en eventueel aanwezige archeologische resten verstoord worden. Op de archeologische beleidskaart van de gemeente Midden-Delfland ligt het plangebied in een zone met een lage archeologische verwachting en is archeologisch onderzoek verplicht bij ingrepen groter dan 200 m2 en dieper dan 40 cm –mv. Uit het bureauonderzoek blijkt dat het plangebied ligt nabij een getijdengeul van het Gantelsysteem, die is ontstaan en opgevuld met zand en sterk zandige kleilagen vanaf de midden ijzertijd. Na het droogvallen van het landschap heeft deze geul mogelijk als gevolg van differentiële klink als inversie rug in het landschap gelegen. Archeologisch onderzoek op de Gantel Laag heeft aangetoond dat in de Romeinse tijd dergelijke locaties in gebruik waren als akkerland of weidegrond en dat nederzettingen aanwezig kunnen zijn. Op 1,1 kilometer ten noorden van het plangebied is een boerderij opgegraven uit de late 11e-begin 12e eeuw. Waarschijnlijk betrof het een terpje. Het landschap lijkt als gevolg van vernatting minder geschikt te zijn geweest voor bewoning in de vroege middeleeuwen en in de periode na de overstromingen van 1134/1135. Na 1134/1135 zijn boerderijen mogelijk naar de dijken verplaatst. In de nieuwe tijd is het plangebied lange tijd in gebruik geweest als weide en later als tuinbouwgrond. Vanaf 1958 hebben diverse gebouwen binnen het plangebied gestaan. Uit het verkennend booronderzoek is gebleken dat het plangebied is opgehoogd met tenminste 80 cm zand. Hieronder ligt plaatselijk een bouwvoor van 30 cm dik. Vanaf 110 cmmv kunnen nog archeologische waarden in het plangebied aanwezig zijn. Een eventuele vondstlaag is hierbij opgenomen in de bouwvoor en derhalve niet meer door middel van booronderzoek op te sporen. Indien geen graafwerkzaamheden voorzien zijn dieper dan 110 cm-mv dan wordt aanbevolen om geen archeologisch vervolgonderzoek uit te voeren. De adviseur van de gemeente MiddenDelfland houdt een bufferzone van 20 cm aan. Dit betekent dat bij graafwerkzaamheden dieper dan 90 cm rekening dient te worden gehouden met een archeologisch vervolgonderzoek door middel van een gravend onderzoek. Heipalen ten behoeve van reguliere woningbouw vormen een dermate geringe bodemverstoring dat het archeologisch erfgoed hierdoor niet bedreigd wordt en dit geen aanleiding is voor vervolgonderzoek. Bovenstaand advies dient te worden getoetst door de bevoegde overheid in dit geval de gemeente Midden Delfland.
Issued: 2015-05-17