Het onderzoek heeft onomstotelijk aangetoond dat het gebied ten oosten van de St. Lambertuskerk over een grote oppervlakte leemwinningsputten heeft gekend. Op de locaties Pinnenhof en Domus Bona Ventura is de ondergrond tot op 2.30 m beneden het huidige maaiveld vergraven en zijn sporen van de winningsputten teruggevonden. Het lijkt erop dat dit een enkele hectares groot wijd verbreid stelsel van kleine winningsputten is geweest, dat in de loop van vele jaren gegroeid is. De structuur duidt op een stelselmatige, langdurige en kleinschalige leemwinningsactiviteit.De aanwezigheid van een laag roodgekleurd baksteenpuin en steengruis in de vulling van één van de winningsputten van De Pinnenhof suggereert dat de leemwinning ten behoeve van baksteenovens is geweest. Ook de overgeleverde vondstmelding van aangetroffen puinresten ca. 1950 op de locatie van het scoutinggebouw, is daarmee in lijn.Een getuigenis uit 1574 vertelt dat het terrein voor die tijd hoger was geweest dan op het moment van de getuigenis, en dat er een afgraving ten behoeve van leemwinning had plaatsgevonden. Dat wordt ook bevestigd door het vanaf 1599 regelmatig voorkomende toponiem Tichelveld. Het is mogelijk (maar verre van bewezen) dat de op basis van mondelinge informatie ca. 1950 aan de Pastorieweg aangetroffen steenresten onderdeel hebben uitgemaakt van bakovens. De grootschaligheid van de aangetroffen leemputten kan te maken hebben met baksteenfabricage voor de nabijgelegen St. Lambertuskerk, waarvan de toren gebouwd werd tussen 1467 en ca. 1530. Concrete aanwijzingen voor die relatie ontbreken echter. Maar met name de archivalische aanwijzingen over omvangrijke steenfabricage te Nederweert gedurende de periode 1501-1546 ten behoeve van de fortificaties van de stad Weert, wijzen op een schaalgrootte van enige omvang. Het ging hierbij om leveringen van vele tienduizenden stenen per jaar, alleen al voor de Weerter stadswerken.Als we voorzichtig aannemen dat het gebied Tichelveld over een oppervlakte van minstens 150 bij 150 m geëxploïteerd is geworden (en dat is op grond van de archeologische waarnemingen een conservatieve schatting), en dat effectief een laagdikte van 0,5 m leem is gewonnen, dat komen we op een gewonnen volume van ruim 11.000 m3. Bij een normale baksteengrootte komt dat neer op zo’n 8 miljoen bakstenen. En dat is weer equivalent met een denkbeeldige muur van anderhalfsteense dikte van 5 m hoogte en 10 km lengte. Om maar even een gevoel voor de omvang te krijgen.Uit de archeologische waarnemingen is geen datering van de leemwinning verkregen. De archivalische vermelding uit 1574 lijkt echter wel een soort terminus ante quem voor de leemwinning. Die op zijn beurt niet strijdig is met de grootschalige behoeften aan baksteen voor de kerktorenbouw van Weert en Nederweert en de stadswerken van Weert in de eerste helft van de 16de eeuw zoals we die zagen uit de stadsrekeningen. Ook het reeds bestaan van het toponiem Tichelveld op het einde van de 16de eeuw is een aanwijzing in die dateringsrichting.De vondst van een funderingsspoor bestaande uit rode baksteen, kalkmortel en blokken mergel, ter plaatste van de huidige begraafplaats, wordt geïnterpreteerd als overblijfsel van een woning waarvan in 1574 voor het laatst melding postume melding wordt gemaakt in de archieven, en die moest wijken voor de ontgronding.Het oude toponiem Tichelveld leeft nog voort als een moderne straatnaam in een nieuwbouwwijk in het centrum van Nederweert.
Date: 1985
Date: 2014