De bevoegde overheid, de Gemeente Uden, heeft op gemeentelijk niveau een archeologisch beleid vastgesteld en beschikt over een Archeologische Verwachtings- of Beleidsadvieskaart. De onderzoekslocatie ligt volgens de Archeologische Maatregelenkaart
van de Uden in de zone Categorie 4 (Hoge archeologische verwachting). Op de geomorfologische kaart ligt het plangebied op de overgang van een horstglooiing naar een plateau-achtige horst en dalvormige laagte. Deze overgang is ook zichtbaar op de reliëfkaart. Het beekdal van de Leigraaf ligt op circa 340 meter ten westen van het plangebied. Om deze redenen wordt voor het westelijk en centrale deel van het plangebied een hoge verwachting toegekend voor vindplaatsen uit het laat-paleolithicum tot en met het mesolithicum. Het oostelijk deel van het plangebied ligt in een dalvormige laagte. Deze zone was zeer waarschijnlijk te vochtig voor tijdelijke bewoning door jagerverzamelaars.
Voor het oostelijk gedeelte van het plangebied geldt daarom een middelhoge verwachting voor vindplaatsen uit het laat-paleolithicum tot en met het mesolithicum. De ligging van het plangebied in een relatief laaggelegen deel van een horst en een dalvormige laagte zal voor latere landbouwende samenlevingen niet direct een aantrekkelijke vestigingsplaats zijn geweest. Men zal zich voornamelijk op de
hooggelegen dekzandruggen en de hoge delen van de dekzandwelvingen hebben gevestigd, zoals die aanwezig zijn ten zuiden en oosten van het plangebied. In de wijde omgeving zijn enige (vuur)steenvondsten uit het midden- en laat-neolithicum bekend. Voor het plangebied geldt daarom een middelhoge verwachting voor zowel nederzettingsresten uit de periode neolithicum tot en met de ijzertijd als voor nederzettingsresten uit de Romeinse tijd en de vroege middeleeuwen. Het plangebied ligt aan de Ruitersweg 1, ten oosten van de historische kern van het buurtschap Eikenheuvel. Het plangebied zelf blijft onbebouwd tot de jaren ’80 van de twintigste eeuw. Dan worden de eerste (varkens)stallen gerealiseerd. Tot die tijd is het plangebied grotendeels in gebruik als bouwland. De lagere delen van het plangebied waren in gebruik als weiland. Het is niet uit te sluiten dat voor het opstellen van het kadastraal minuutplan binnen het plangebied historische bebouwing aanwezig was, al dan niet bestaande uit bijgebouwen (schuur, stal) van de omringende bebouwing. Op basis van
deze gegevens geldt voor het plangebied een middelhoge verwachting voor de periode late middeleeuwen en nieuwe tijd. Voor het plangebied wordt om bovenstaande redenen een archeologisch vervolgonderzoek noodzakelijk geacht. Dit onderzoek kan onzes inziens het beste plaatsvinden in de vorm van een verkennend booronderzoek. Wij adviseren om het eerder door RAAP onderzochte gebied niet op te nemen in dit vervolgonderzoek.