Getuigen Verhalen, Boerinnen en boerendochters in de Tweede Wereldoorlog, interview 10

DOI

De geïnterviewde woonde in een arbeidershuis in Asschat. Haar vader was arbeider, maar had ook een klein landbouwbedrijf. De geïnterviewde vertelt over de mobilisatie (o.a. over de bouw van het Valleikanaal). Toen het land onder water gezet werd in de mobilisatietijd evacueerde het gezin naar Stoutenburg.Op 10 mei 1940 evacueerde het gezin naar De Rijp. Men keerde vrij snel naar Stoutenburg terug, naar Achterveld echter pas in augustus. Het huis daar was niet verwoest, maar wel de boomgaard en het huis van de buren. De geïnterviewde vertelt over evacuees uit Arnhem en over onderduikers tijdens de bezetting. Ook haar vader en broer waren onderduikers. Zij vertelt bovendien over de noodwoningen van de buren en over het verschil tussen boeren en arbeiders.In 1945 vluchtten de meeste mensen uit Achterveld richting Barneveld. De geïnterviewde werkte toen in het bejaardenhuis in Achterveld, bleef in Achterveld en maakte daar de bevrijding mee.Na de oorlog kocht zij samen met haar man een toenmalige noodwoning van een boer en woonde daar vanaf 1951 in.De geïnterviewde maakt deel uit van de ervaringsgemeenschap van boerinnen en boerendochters tijdens de Tweede Wereldoorlog die vertellen over het leven in noodwoningen.

Een boerderij is meer dan een woning. Ze verschaft een inkomen, maar vertegenwoordigt vaak ook een familiegeschiedenis, traditie en identiteit. Het verlies van een boerderij is voor betrokkenen daarom zeer ingrijpend. Dit lot trof in de Tweede Wereldoorlog duizenden boerengezinnen. In totaal werden in de jaren ’40-’45 in Nederland meer dan 8.000 boerderijen verwoest.Boerinnen en boerendochters vormen een speciale groep oorlogsgetroffenen. Juist zij vervulden op de boerderij veel taken en waren er op een bijzondere manier mee verbonden.Het Meertens Instituut heeft boerinnen en boerendochters geïnterviewd in Groesbeek, Mill en de Grebbelinie. Het resultaat is een verzameling van twaalf persoonlijke verhalen over de verwoestingen tijdens de oorlog, het dagelijks leven in noodwoningen en de wederopbouw.De interviews belichten verschillende perspectieven: de tienerdochter, de boerenmeid, de dochter die naar een pleeggezin moest, de arbeidersdochter en boerendochter die niet van een boerderij kwamen, maar de verwoestingen en het leven in een noodwoning van nabij meemaakten. Bijzonder is dat de meeste vrouwen niet eerder hun verhaal hebben verteld.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-xg4-437g
Metadata Access https://ssh.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-xg4-437g
Provenance
Creator S.M. Elpers
Publisher DANS Data Station Social Sciences and Humanities
Contributor S.M. Elpers; S.M. Elpers (Meertens Instituut)
Publication Year 2011
Rights DANS Licence; info:eu-repo/semantics/closedAccess; https://doi.org/10.17026/fp39-0x58
OpenAccess false
Contact S.M. Elpers (Meertens Instituut)
Representation
Resource Type Dataset
Format application/zip; application/msword; application/pdf
Size 33533; 309248; 475171; 237056; 659685; 82944; 487878
Version 2.0
Discipline Agriculture, Forestry, Horticulture, Aquaculture; Agriculture, Forestry, Horticulture, Aquaculture and Veterinary Medicine; History; Humanities; Life Sciences; Social Sciences; Social and Behavioural Sciences; Soil Sciences