Het onderzoek in de Woudpolder te Krommenie had bij aanvang een grote verwachting voor het aantreffen van sporen uit de inheems Romeinse periode. Niet ver bij het plangebied vandaan, op slechts enkele tientallen meters ten zuiden, was in het verleden immers een goed bewaarde vindplaats van een boerderijerf uit deze periode onderzocht. Deze vindplaats leverde destijds een schat aan informatie, o.a. door het voorkomen van goed bewaarde ecologische resten en grote hoeveelheden cultureel vondstmateriaal. In het licht van deze eerdere Vondsten, zijn tijdens onderhavig onderzoek wellicht mindere resultaten geboekt. De aangelegde sleuf heeft aangetoond dat ter hoogte van het plangebied voor de inheems Romeinse tijd gesproken kan worden van off -site terrein, ofwel het terrein in de directe omgeving van een (bekende) nederzetting. In de sleuf zijn slechts enkele greppels aangetroffen en enkele los verspreide paaltjes, van huisplattegronden en/of erven is geen sprake. De structuren strekken zich uit buiten de aangelegde sleuf, en kunnen binnen de grenzen van de aangelegde sleuf moeilijk begrepen worden. In de aanbeveling zal dan ook het terrein tussen de nu aangelegde sleuf, en het onderzoek naar Krommenie 21, een aandachtspunt zijn. Voor de laat middeleeuwse periode is ook geen sprake van nederzettingsstructuren. De aangetroffen greppels houden verband met de ontginning van het veengebied in de 11de en 12 de eeuw als agrarisch gebied. Het schaars aangetroffen materiaal duidt ook niet op een intensief bewoonde nederzetting uit deze periode in de nabije omgeving. In de nieuwe tijd is het terrein dan ingericht als agrarisch gebied. Een stelsel van sloten deelt het gebied structureel in aparte percelen. De sloten worden af en toe oneigenlijk gebruikt als afvaldump, getuige de grote hoeveelheden gevonden aardewerk in een van de aangetroffen sloten.
Date: 20/02/2012 (veldwerk)