Gemeente Lochem Plangebied Verwoldseweg 26 te Laren

DOI

Aan het eind van de 18e eeuw lag het plangebied op het akkercomplex ‘De Laerner Enck’. Vanaf de eerste helft van de van de 19e eeuw werd het noordelijk deel van het plangebied bebouwd. Vanwege de ligging op een oude enk, komt naar verwachting een enkeerdgrond en/of een laarpodzolgrond voor. Enkeerdgronden hebben een humeuze bovengrond van 50 cm of meer (es- of plaggendek). Bij laarpodzolgronden is het humeuze dek tussen 30 en 50 cm dik. Het pleistocene moedermateriaal bestaat uit dekzand dat in de laatste ijstijd is afgezet. Aan de top van het dekzand heeft zich door bodemvormende processen een podzolprofiel ontwikkeld. Op het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) is te zien dat het noordwestelijke deel van het plangebied vergraven of geëgaliseerd is. De uitgevoerde bodemingrepen zullen waarschijnlijk invloed hebben gehad op de verwachte bodemopbouw.Naast de bebouwing uit de 19e eeuw zijn binnen het plangebied geen bekende archeologische waarden aanwezig. De verwachting op het aantreffen van archeologische waarden uit het neolithicum tot en met de nieuwe tijd is echter op basis van de verwachte bodemopbouw wel hoog. Het één en ander is wel afhankelijk van de diepte van de bodemingrepen die vermoedelijk in het plangebied zijn uitgevoerd. Indien de bodem niet diep verstoord is, zal podzolbodem aangetroffen worden. In dat geval is de verwachting hoog op het voorkomen van resten uit de periode laat paleolithicum – vroeg neolithicum (vuursteenvindplaatsen).Op basis van de geplaatste boringen wordt echter duidelijk dat in het verleden bodemverstorende ingrepen zijn uitgevoerd. De opgeboorde humeuze bovengrond met zandbrokjes is zwak tot zeer sterk gevlekt. Uit een tweetal boringen bleek dat de bodem tot ruim onder de grondwaterspiegel is geroerd. De grond in het noordelijk deel van het plangebied is vermoedelijk afgetopt, gezien de geringe dikte (20 cm) van de bovengrond en de scherpe overgang naar het onderliggende dekzand. Het zuidoostelijke deel van het plangebied is relatief intact. De 50 cm dikke bovengrond is hier zwak gevlekt en gaat abrupt over in dekzand met veel roestvlekken. Binnen het plangebied worden met uitzondering van het zuidoostelijk deel geen archeologische resten verwacht. De verstoringen in het zuidoostelijke deel reiken minder diep dan in de rest van het plangebied. Oppervlakkige sporen zullen hier vernietigd zijn, maar diepere grondsporen als putten kunnen bewaard zijn gebleven.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-xk4-jh33
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-xk4-jh33
Provenance
Creator W.A. Bergman
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor W.A. Bergman; BAAC bv
Publication Year 2020
Rights CC-BY-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Contact W.A. Bergman (BAAC bv)
Representation
Resource Type Dataset
Format text/xml; application/pdf
Size 8408; 6511; 904; 8866; 5084022
Version 1.0
Discipline Humanities