In opdracht van Van Westreenen BV heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau in oktober 2008 een bureauen inventariserend veldonderzoek uitgevoerd in verband met de geplande bouw van een pluimveestal aan de Han Stijkelweg 5 te Tollebeek (gemeente Noordoostpolder). Doel van het bureauonderzoek was het verwerven van informatie over bekende en verwachte archeologische waarden teneinde een gespecificeerde verwachting op te stellen. Doel van het veldonderzoek was het toetsen van die gespecificeerde archeologische verwachting en, indien mogelijk, een eerste indruk geven van de kwaliteit (gaafheid en conservering), aard, datering, omvang en diepteligging van eventueel aangetroffen archeologische resten. Op basis van de onderzoeksresultaten en de aard en omvang van de voorgenomen bodemingrepen is vervolgens in hoofdstuk 4 een advies geformuleerd met betrekking tot eventueel archeologisch vervolgonderzoek. Op grond van de resultaten van het bureauonderzoek gold voor het plangebied een hoge archeologische verwachting voor vindplaatsen uit het Laat Paleolithicum (Vroeg-)Neolithicum. Deze verwachting hing samen met de aanwezigheid van een rivierduin in de ondergrond. Archeologische resten daterend uit de periode Bronstijd t/m de Nieuwe tijd werden niet verwacht. Tijdens het veldonderzoek is het duin aangetroffen, echter ruim 1,5 m dieper dan verwacht; het hoogste zand bevond zich op 2,5 m -Mv (ca. 7,0 m -NAP). In geen van de boringen zijn archeologische indicatoren gevonden. Op basis van de onderzoeksresultaten en de voorgenomen bodemingrepen (paragraaf 1.3), kan worden geconcludeerd dat bij de realisering van de bouwplannen en overige grondwerkzaamheden geen archeologische waarden zullen worden verstoord. De enige kanttekening betreft het plaatsen van de heipalen die tot in het ‘vaste’ zand (dat wil zeggen de rivierduin) zullen worden doorgezet. Hoewel hierbij het potentieel archeologisch niveau (het duinoppervlak) wordt aangetast, is het niet zeker dat zich ter plekke daadwerkelijk archeologische resten bevinden. Op basis van de resultaten van dit onderzoek wordt in het plangebied in het kader van de voorgenomen bodemingrepen geen archeologisch vervolgonderzoek aanbevolen. Indien bij de uitvoering van de werkzaamheden onverwacht toch archeologische resten worden aangetroffen, dan is conform artikel 53 van de Wet op de archeologische monumentenzorg 2007 aanmelding van de betreffende vondsten bij het bevoegd gezag (gemeente Noordoostpolder) verplicht.